Algemeen

Plat dak groeit langzaam uit verdomhoekje

Uit oogpunt van meervoudig ruimtegebruik valt te verwachten dat veel vaker gebruik wordt gemaakt van het – platte – dak.

Volgens prof. ir N. Hendriks, directeur BDA Dakadvies en hoogleraar TU Eindhoven, hebben leef- en gebruiksdaken nooit de grote vlucht genomen die er in de jaren tachtig van werd verwacht. Pas de afgelopen tijd verschijnen weer serieuze projecten. Daardoor neemt de kans op kostbare waterschades toe, zo maakte hij duidelijk tijdens de openingssessie van een nieuwe serie Bouwlokalen.

Het instorten van platte daken door wateraccumulatie – zoals bij Ikea in 2002 – heeft niets te maken met het gebruik als leef- of gebruiksdak. Professor Hendriks: “Het gaat om een paar daakjes die verkeerd zijn ontworpen en het betreft alleen lichte stalen daken.”
Wel heeft het in zijn ogen opnieuw de toon gezet. Platte daken zijn weinig populair bij architecten en opdrachtgevers, want esthetisch onaantrekkelijk, niet veilig en er is vaak nog kans op lekkage ook. In Engeland heeft dat geleid tot een bouwverbod en architecten van naam wijzen het gebruik ervan dan ook het liefste af.
“In Nederland was het decennia geleden een heel klein beetje waar, maar moderne platte daken halen gemakkelijk een levensduur van 25 tot 30 jaar. Van belang is dat ze goed worden onderhouden”, aldus Hendriks.

Combinaties
De ‘vijfde gevel’ mag dan als saai te boek staan, hij heeft volgens Hendriks veel gebruiksmogelijkheden: als zichtdak voor reclame-uitingen of om de wijk op te fleuren, als groendak of parkeerdak of als recreatieplek.
Geheel van deze tijd zijn de combinatiedaken, waarop een aantal functies wordt gebundeld, bijvoorbeeld groen en parkeren, recreatie en energiewinning. En wat in Nederland ook nog wel van de grond zal komen, zo verwacht Hendriks, is het gebruik als sport- of speelplaats zoals we dat uit het buitenland kennen. “Maar het gaat langzaam, want de bouw is traditioneel. Stapvoets komt er wat beweging in nu architecten en opdrachtgevers zich er meer voor interesseren,” zo uit hij zijn milde kritiek op de bouwsector.
”Voor aannemers en dakdekkers is het een grote uitdaging, zij moeten het dak zo uitvoeren dat het blijft functioneren. Voor adviseurs is er ook werk aan de winkel. Alles moet erop blijven staan, windvast verankerd en duurzaam waterdicht. Al die toegevoegde waarde prikkelt de creativiteit en leidt tot innovatie.”
Helaas, vindt Hendriks ook, dat bij een deel van die noodzakelijke innovatie een verkeerde weg wordt ingeslagen; hij leidt niet zozeer tot nieuwe producten als wel tot systemen en constructies “die naar de ondergrens neigen: goedkoper, goedkoper, goedkoper.” En dan is schade niet te vermijden.

Geen concessies
Omdat herstel van waterschade op leef- en gebruiksdaken enorm kostbaar kan zijn, raken betrokken partijen er langzamerhand van overtuigd, dat aan de waterkerende laag in tuindaken en dakterrassen geen concessie mag worden gedaan.
In veel gevallen bestaat de ondergrond uit een monoliete betonconstructie. Hendriks: “Op een dergelijke ondergrond geef ik sterk de voorkeur aan een tweelaags volledig gekleefd dakbedekkingssysteem.”
Bij volledig verkleven wordt het betonvlak de eerste waterkerende laag. Is er toch lekkage, dan ontstaat die meestal op zwakke plekken en doorvoeren in de betonconstructie, zoals stortnaden, dilataties en openingen voor hemelwaterafvoeren. Dat maakt de schade snel en tegen beperkte kosten herstelbaar.
“Op een dergelijke onderconstructie is daarom een losliggend dakbedekkingssysteem geen voor de hand liggende keuze, vanwege de extra veiligheid die in dat geval ontbreekt,” zo waarschuwt Hendriks.
Tegelijkertijd constateert Hendriks, dat om milieuredenen soms de voorkeur wordt gegeven aan zo’n losliggende bedekking, omdat die in de eindfase veel gemakkelijker is te verwijderen.
In verband hiermee heeft de hoogleraar een duidelijke boodschap voor adviseurs, opdrachtgevers en uitvoerende partijen: “Het verdient aanbeveling dit milieuvoordeel te laten vallen ten gunste van de extra veiligheid van volledige verkleving. Immers, als er lekkage ontstaat, kan de gevolgschade voor het milieu wel eens groter zijn, omdat men al heel snel op slopershoogte is. Overigens wordt ook vaak voor losliggende (eenlaags) systemen gekozen uit prijsoverweging. Goedkoop blijkt dan vaak duurkoop”, aldus Hendriks.
Build for Life