Algemeen

Open deur voor buitenlandse arbeidskrachten gaat terug toe

Pas heel recent heeft de overheid beslist dat er voor knelpuntberoepen vanaf 1 juni een spoedprocedure komt voor de toekenning van arbeidsvergunningen aan arbeidskrachten uit Centraal-Europa. Maar de deur die pas enkele dagen geleden werd geopend, dreigt intussen weer bijna helemaal te worden gesloten. Op basis van de lijst van ‘mogelijke’ knelpuntberoepen die de VDAB zopas heeft opgesteld, zou de versoepeling slechts gelden voor een kwart van de bouwsector. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) kan geenszins met deze beperking akkoord gaan.

Al jarenlang stelt de VDAB volgens een algemeen aanvaarde methode een lijst van knelpuntberoepen op. Dat zijn beroepen waarvoor de vacatures slechts moeizaam ingevuld geraken. Jaar na jaar kwamen bijna al de bouwberoepen in deze lijst als knelpuntberoep naar voor. De VCB is dan ook verbaasd over de fors ingekrompen lijst die zopas door de VDAB werd opgesteld, temeer daar de bouwsector momenteel goed presteert. De volgende cijfers zijn illustratief. Het aantal stedenbouwkundige vergunningen voor nieuwe woningen is in 2005 in vergelijking met 2004 met 11% gestegen, het aantal vergunningen voor nieuwe appartementen met 12% en dat voor niet-woongebouwen (kantoren, industriële complexen, handelspanden enz.) met 8%.

Door de verhoogde bouwactiviteit neemt het aantal knelpuntvacatures eerder toe dan dat ze afnemen. De ontwerplijst waarmee de VDAB nu afkomt, is volledig in strijd met de positieve evolutie van de huidige bouwconjunctuur. De VCB heeft trouwens kunnen vaststellen (nota bene op basis van andere statistieken van de VDAB) dat het aantal vacatures van bouwbedrijven op het einde van 2005 ongeveer 40% hoger lag dan op het einde van 2004.

De VCB begrijpt dus helemaal niet waarom plots een 20-tal bouwberoepen geen knelpuntberoep meer zouden zijn. Bouwberoepen die de VDAB niet meer als knelpuntberoep erkent, zijn onder meer metselaars, schrijnwerkers, wegenwerkers, kasseiers en klinkerleggers, schilders-decorateurs en industriële schilders, vloerder-tegelzetters, voegers, stukadoors, dakdekkers voor hellende en platte daken, torenkraanbestuurders en bestuurders van mobiele kranen.

Het gaat vaak om beroepen met een belangrijk aandeel in de tewerkstelling van de bouwsector die in Vlaanderen ongeveer 100.000 arbeiders tewerkstelt. Alleen al de metselaars vertegenwoordigen 16,4% van al de bouwarbeiders. Zij komen niet voor in de ontwerplijst van de VDAB. De tweede belangrijkste groep van bouwarbeiders met een totaal tewerkstellingsaandeel van 12,7% zijn de schrijnwerkers. Ook zij komen slechts in uiterst beperkte mate (enkel voor het daktimmerwerk) in de lijst voor. Wegenwerkers en schilders (met een tewerkstellingsaandeel van respectievelijk 9,2% en 6,4%) worden evenmin in de VDAB-lijst vermeld.

De beroepen die wel nog in de VDAB-lijst van ‘mogelijke’ knelpuntberoepen voorkomen, vertegenwoordigen slechts een kwart of amper 27% van de tewerkstelling in de bouwsector.

Volgens de VCB moet de inschakeling van arbeidskrachten uit Centraal-Europa legaal verlopen. Op die manier bestaat er geen gevaar voor oneerlijke concurrentie tussen bouwbedrijven. Maar bedrijven moeten dan wel in staat worden gesteld voor de uitvoering van dringende projecten op een soepele wijze een beroep te doen op arbeidskrachten uit Centraal-Europa.

Wanneer bouwbedrijven een nieuwe opdracht krijgen waarvoor zij ineens veel extra personeel moeten aanwerven, en wanneer zij hiervoor arbeidskrachten uit Centraal-Europa willen tewerkstellen, moet nu eerst een individueel arbeidsmarktonderzoek worden verricht. Dit arbeidsmarktonderzoek neemt gemakkelijk twee à drie maanden in beslag. Deze termijn is veel te lang. Zolang deze procedure niet wordt versoepeld, zullen de meeste bouwbedrijven in plaats van zelf arbeidskrachten uit Polen en andere Centraal-Europese landen aan te werven eerder een beroep doen op onderaannemers en zelfstandigen uit deze landen. Vandaar dat de VCB erop aandringt dat de versoepelde procedure die recentelijk in het vooruitzicht werd gesteld, voor gans de bouwsector zou gelden.

Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw

Bijlagen

Build for Life