Op woningonderhoud mag niet worden bezuinigd volgens de huurder

Nu bij alle corporaties de broekriem wordt aangehaald, rijst de vraag waar een corporatie op kan bezuinigen. Den Haag roept de laatste maanden dat leefbaarheid geen kerntaak is van de corporaties. Dit terwijl (vooral de grootstedelijke) corporaties de leefbaarheid wel als kerntaak ervaren en hier ook aantoonbaar goede resultaten mee behalen. Tevens worden op grote schaal nieuwbouw- en onderhoudsprojecten stilgezet door corporaties in afwachting van de verdere uitwerking van plannen. USP heeft aan de Nederlandse woonconsument gevraagd waar de corporaties de komende tijd hun pijlen op moeten richten. Huurders en woningeigenaren blijken nagenoeg dezelfde top 3 prioriteiten te hebben voor corporaties. Dit zijn namelijk onderhoud van bezit, bouwen voor laagste inkomensgroepen en duurzaamheid & energiebesparing. Woningeigenaren noemen daarnaast ook de veiligheid in de buurt. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy dat in januari is uitgevoerd onder ruim 500 woonconsumenten. Volgende maand publiceert USP een artikel dat juist ingaat op waar huurders mogelijkheden zien om te bezuinigen.

Onderhoud aan woning meest van belang voor huurders
Als eerste valt op dat meer dan de helft van de huurders het onderhoud aan bestaande woningen kenmerkt als prioriteit van hun corporatie. Niet geheel verrassend aangezien dit direct bijdraagt aan het verhogen van het eigen woongenot. De onderhoudsstaat van de woning wordt door de gemiddelde huurder van corporaties met een magere 7,0 beoordeeld. Volgens de huurders is er dus nog wel degelijk ruimte voor verbetering. De mening van de huurders staat hiermee haaks op wat de corporaties hoogstwaarschijnlijk gaan doen. Eind vorig jaar berichtten verschillende media al dat corporaties fors gaan bezuinigen op onderhoudsbudgetten. Corporaties zullen een middenweg moeten vinden om ook aan de behoefte van de huurders te voldoen. Door duidelijk te communiceren over wat er nog wel op de onderhoudsplanning staat en wanneer dit zal worden uitgevoerd, kan de verwachting van huurders worden gemanaged. Het opstellen van een onderhoudsplanning met input van de huurders kan hierbij uitkomst bieden; net als het meer onder de aandacht brengen van de wet ZAV (zelf aangebrachte voorzieningen).

Verder vinden huurders het bouwen van nieuwe woningen voor de laagste inkomens (37%) en duurzaamheid en energiebesparing (35%) zaken waar de corporatie geld aan moet blijven uitgeven. Woningeigenaren noemen daarnaast ook de veiligheid in de buurt (33%) en in mindere mate het bouwen van nieuwe woningen voor de laagste inkomens.

Verbeteren dienstverlening versus efficiëntere bedrijfsvoering
Eén op de vijf huurders vindt dat de prioriteit zou moeten liggen op het verbeteren van de dienstverlening richting huurders. Corporaties worden al jaren erg goed beoordeeld voor hun dienstverlening; zo wordt de dienstverlening in het algemeen gemiddeld met een 7,3 beoordeeld. Klantprocessen die aan deze dienstverlening ten grondslag liggen scoren gemiddeld ook voldoende (betrekken van een woning: 7,4, afhandelen reparatieverzoeken: 7,2), zo blijkt uit cijfers van de Continue Klantcontact Monitor van USP. Investeren in dienstverlening hoeft niet per se geld te kosten. Bij efficiëntere bedrijfsvoering kan ook de klant nog optimaal bediend worden. Het is aan de corporatie om te achterhalen wat de klant precies wil en geen onnodige stappen in te bouwen in de belangrijkste klantprocessen. Het is dus de vraag hoe corporaties een efficiëntere bedrijfsvoering kunnen voeren zonder dat de huurder daar de gevolgen van merkt. Een vraagstelling waar ook Aedes, de branchevereniging van woningcorporaties, zich over buigt. Het antwoord lijkt te liggen in het aangaan van innovatieve samenwerkings- en contractvormen waarbij de corporatie vooral de regie voert.

Huurders maar ook de woningeigenaren vinden dat de nadruk de komende tijd vooral zou moeten liggen op onderhoud, duurzaamheid, het bouwen van nieuwe woningen en veiligheid. Allemaal zaken die op dit moment of door de politiek of door de corporaties worden ‘geofferd’ om kosten te kunnen besparen, of juist ingezet kunnen worden om de bouwsector uit het slop te halen. Dit wil niet zeggen dat besparingen op deze gebieden uit den boze zijn. Een volgend artikel gaat in op de mogelijkheden die huurders zien om kosten te besparen. Aan de hand van voorbeelden uit de praktijk is aan huurders voorgelegd welke bezuinigingsmaatregelen de minste weerstand oproepen. Wordt dus vervolgd!