Vastgoed

Oever bepaalt waarde van waterwonen

Projecten met volwaardige waterwoningen die woonmilieu met klimaatadaptatie combineren zijn schaars doordat gemeenten zo terughoudend zijn. Uit onwetendheid: gemeenten denken dat het te duur is en te weinig oplevert. Een studie van DHV toont echter aan dat wonen op het water wel degelijk financieel aantrekkelijk is bij een slim ontwerp van de oever.

De studie is gebaseerd op een analyse van drie gerealiseerde waterwoonprojecten. Vergeleken met zogeheten referentiewoningen uit de studie leveren de waterwoningen niet alleen meer op, maar zijn ook de bouwkosten hoger. Dat geldt helemaal voor de drijvende woningen: deze zijn niet alleen lastiger te bouwen, maar worden ook meer gewaardeerd door de bewoners. De verschillen in kosten
voor het bouw- en woonrijp maken voor drijvende woningen is het gevolg van de dure oever waarvan alle kosten aan de woningen zijn toegerekend. Er is echter wel degelijk ruimte voor optimalisatie bij nieuwe projecten.

De grondwaarde kan waarschijnlijk verhoogd worden door bijvoorbeeld drijvende woningen aan een zachte oever te leggen. Dat is vele malen goedkoper dan de constructie van een kademuur of een aanlegsteiger. Ook is het mogelijk om niet-drijvende waterwoningen een drijvend terras te geven.
Oevers zijn doorslaggevend in de waardebepaling.

Gebaseerd op: ROM