Nog geen controle electriciteit bij verkoop van woning

In de Standaard van 22 december 2006 lezen we, wij citeren: "De verplichting om bij de verkoop van huizen gebouwd vóór 1981 de elektriciteitsinstallatie te laten controleren, gaat pas in vanaf 1 juli 2007. Dat betekent een uitstel van zes maanden. ,,Bij de uitvoering zijn we op een aantal praktische problemen gebotst die we niet tijdig opgelost krijgen’’, zegt de woordvoerder van minister van Economie Marc Verwilghen (VLD). Zo schreef de nieuwe regeling voor dat zelfs huizen die na aankoop gesloopt zouden worden, toch gecontroleerd moesten worden. Hetzelfde voor huizen die door een erfenis van eigenaar veranderen. Dergelijke merkwaardigheden worden er nu uitgefilterd. Het blijft wel de bedoeling dat de verkoper een attest heeft dat bevestigt dat de elektriciteit in het huis in orde is. Hij moet het overhandigen als het compromis getekend wordt of tegen het verlijden van de verkoopakte. (pdm, bm)"

Deze versie wordt, bij navraag op het kabinet van Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Marc Verwilghen, door de persattaché mw Charlotte Behets, die in een persmededeling dit bericht hebben bevestigd. We kregen per e-mail de (klik op) persmededeling toegestuurd:

Persbericht van de minister
Wij citeren: "Minister Marc Verwilghen bevestigt de berichten in De Standaard en Het Nieuwsblad van vrijdag 22 december 2006. De verplichting om de elektriciteit te laten controleren bij de verkoop van woningen die gebouwd werden vóór 1981, wordt met 6 maanden uitgesteld en gaat pas in vanaf 1 juli 2007.

De regeling bevat namelijk een aantal praktische problemen die niet tijdig opgelost geraken. Het uitstel geeft nu de mogelijkheid de regeling te verfijnen en aan de praktische problemen tegemoet te komen."

Reactie
Op het Ministerie van Energie deelde men ons mee dat het te verwachten was dat dit KB, alhoewel al gepubliceerd, niet zoals gepland op 1 januari 2007, in werking zou kunnen treden, gezien de commentaren van de Raad van State en de praktische bezwaren i.v.m. de uitvoeringsbesluiten.