Duurzaam Bouwen

Minister Schauvliege wil Vlaams Klimaatfonds oprichten

Het Rekenhof bezorgde haar verslag over het beleid van Vlaanderen inzake het gebruik van de “flexibiliteitsmechanismen” van het Kyotoprotocol aan het Vlaams Parlement. Het Rekenhof gaat in op de duurzaamheid van de rechten die de Vlaamse Regering via internationale klimaatfondsen verwerft en op de vraag of de voorziene middelen zullen volstaan. Vlaams minister Schauvliege stelt voor op korte termijn een eigen Vlaams Klimaatfonds op te richten dat met onder meer de opbrengsten van de veiling van emissierechten gespijsd kan worden.

Volgens het interne lastenverdelingsakkoord van België moet Vlaanderen zijn broeikasgasuitstoot tijdens de Kyotoperiode (tot 2012) met 5,2% verminderen t.o.v. het basisjaar 1990. Het Vlaams Gewest kan dat doen met een eigen, intern emissiereductiebeleid, door projecten in het buitenland te realiseren en door emissiekredieten, uit de in het buitenland gereduceerde emissies van broeikasgassen, te verwerven. Vlaanderen kan ook uitstootrechten kopen van landen die over een overschot aan rechten beschikken. Al deze flexibiliteitsmechanismen laten toe om regionale verschillen in marginale reductiekosten te benutten en geven industrielanden de kans om hun Kyotodoelstelling aan een lagere kostprijs te realiseren.

Emissiekredieten via internationale fondsen

Vlaanderen heeft zijn beleid voor de flexibiliteitsmechanismen verankerd in zijn regelgeving, en in het Vlaams Klimaatplan 2006-2012 en haar evaluatierapporten. Minister van Leefmilieu Joke Schauvliege staat achter de piste om emissiekredieten te verwerven via internationale fondsen, beheerd door multilaterale of regionale ontwikkelingsbanken. Dergelijke fondsen haalden de voorbije jaren middelen op bij kopers van emissierechten en verwerven hiermee kredieten voor hun rekening.

Het Rekenhof heeft vragen bij de duurzaamheidstoets van de klimaatfondsen en suggereert de oprichting van een eigen Vlaams kwaliteitslabel. Minister Schauvliege stelt duidelijk dat voor het aankoopbeleid van emissierechten de internationale voorwaarden op het vlak van duurzame ontwikkeling worden toegepast. Voor de koolstoffondsen screent een multidisciplinair team van experten de projecten. Ervaring wijst uit dat de beoordeling telkens zeer grondig gebeurt, zowel op ecologisch, als op sociaal en financieel-economisch vlak. Dat gebeurt aan de hand van een set van performante indicatoren. Vanwege die internationale expertise zou een eigen bijkomende Vlaamse screening een verspilling van middelen en inspanningen zijn.

Financieel kader

Het Rekenhof meent ook dat het financieel kader niet de nodige middelen zou voorzien. Bij een herevaluatie in mei 2011 van de Vlaamse verwervingsdoelstelling voor de Kyotoperiode is de raming van de resterende aankoopbehoefte naar boven bijgesteld. De reden is eenvoudig: er is nieuw en accurater cijfermateriaal beschikbaar, de rekenmethodieken worden steeds verder verfijnd en er is rekening werd gehouden met een aantal recente externe evoluties.

Minister Schauvliege heeft haar administratie toen de opdracht gegeven een kosten- en milieu-efficiënte strategie voor het overbruggen van dit resterende tekort uit te tekenen. Binnen de huidige budgettaire situatie wil de minister de mogelijkheden in kaart brengen om het surplus aan Europese emissierechten in de Vlaamse toewijzingsreserve voor nieuwkomers (nieuwe bedrijven) te valoriseren in de vorm van voor overheden aanwendbare emissiekredieten.

Deze nieuwkomersreserve was eerst aangelegd om installaties die in de periode 2008-2012 nieuw onder het Europese emissiehandelssysteem zouden vallen, van gratis emissierechten te voorzien. Door de economische groeivertraging heeft die nieuwkomersreserve evenwel een substantieel overschot. Dit overschot vertegenwoordigt een financiële waarde die het Vlaams Gewest wil gebruiken om bijkomende emissiekredieten te verwerven. Die emissiekredieten kan het Vlaamse Gewest vervolgens inbrengen om aan haar Kyotoverplichting te beantwoorden.

In functie van de ingezette instrumenten en de prijsevoluties op de Europese en internationale koolstofmarkt moet op de Vlaamse begroting eventueel nog een beperkt bijkomend budget gereserveerd worden. Die middelen moeten alleszins milieu- en kostenefficiënt worden ingezet.

Vlaams Klimaatfonds

Met het oog op de toekomst stelt Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege de oprichting van een eigen Vlaams Klimaatfonds voor. Dat Vlaams Klimaatfonds moet gespekt worden met o.m. de opbrengsten uit de veiling of de verkoop van emissierechten.

De middelen uit het Vlaams Klimaatfonds kunnen dan gebruikt worden voor het aanscherpen van het intern Vlaams klimaatbeleid – dit blijft de belangrijkste bekommernis – en voor de aankoop van emissiekredieten en voor de Vlaamse bijdragen aan internationale klimaatfinanciering.

De minister zal daarom, zoals gepland en zoals ze vorige vrijdag bij de start van de Vlaamse Klimaatconferentie heeft gezegd, in 2012, een nieuw Vlaams Klimaatplan 2013-2020 voorleggen aan de Vlaamse Regering. Dat Vlaams Klimaatplan 2013-2020 zal een doorgedreven en ambitieuze interne mitigatiestrategie bevatten met maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan. Een tweede luik, het Adaptatieplan, zal maatregelen uitwerken om Vlaanderen aan te passen aan de verwachte klimaatverandering.

Vlaams minister Joke Schauvliege: “De inzet van flexibiliteitsmechanismen wordt permanent gemonitord. Dit gebeurt, zoals het Rekenhof zelf zegt, in een “onzekere en risicovolle omgeving”. Ondanks de grillige omstandigheden gaan wij onze verantwoordelijkheid niet uit de weg. Vandaar mijn voorstel dat Vlaanderen zelf zijn eigen Klimaatfonds op poten zou zetten.”

Ook interessant