Duurzaam Bouwen

LCA uitgeroepen tot methodiek voor duurzaam bouwen

FOD-Volksgezondheid roept LCA uit als gestandaardiseerde methodiek voor het beoordelen van de duurzaamheid en milieuimpact van bouwproducten. Het is voortaan niet langer mogelijk om discriminatie van producten te verrechtvaardigen op basis van simplistische criteria zoals bijvoorbeeld hernieuwbaarheid. Enkel een holistische aanpak, dewelke rekening houdt met de volledige levenscyclus van materialen, laat toe een rationele keuze te maken om de performantie op gebouwniveau te verbeteren.

Federplast.be juicht de stellingname toe van de FOD-Volksgezondheid om voortaan de sinds 2012 gestandaardiseerde LCA-methode te duiden als dé Europese wijze om de milieu-impact te evalueren van bouwproducten. De kunststofindustrie hoopt dat alle politieke partijen en overheden dan ook hun standpunten in deze zin bijstellen.

Levenscyclusanalyse (LCA) (ook wel Wieg tot graf analyse genoemd) is een methode om de totale milieubelasting te bepalen van een product gedurende de hele levenscyclus, dat wil zeggen: winning van de benodigde grondstoffen, productie, transport, gebruik en afvalverwerking.


Verder is de federatie van kunststof – en rubber producten opgelucht dat na een slepende periode van jaren onderscheid via premies, deze diepgaande studie komaf maakt met het vooroordeel dat hernieuwbare isolatiematerialen per definitie méér-ecologisch zouden zijn dan de meer klassieke isolatiematerialen. Ieder materiaal heeft specifieke sterktes en zwaktes inzake milieu-impacten, onafgezien de oorsprong.

“Hiermee neemt FOD-Volksgezondheid voorgoed alle twijfels weg. Er is géén beduidend verschil in ecologische impact tussen verschillende isolerende materialen.” aldus Petri Ven, Secretaris-Generaal van Federplast.be. “Daardoor is er ook geen grond tot verschil in subsidies, zoals het bijvoorbeeld ook nu nog gebeurt in het Brusselse gewest. Op die wijze is er heel wat belastinggeld uitgegeven aan vaak buitenlandse bouwmaterialen, waardoor we vaak buitenlandse economieën hebben gesteund.”

FOD-Volksgezondheid houdt verder nog een pleidooi om milieu-impacten tussen verschillende materialen niet uitsluitend op gebouwniveau te vergelijken. Een conclusie die ingaat tegen de bevindingen van OVAM en hun MMG-studie (Milieugerelateerde materiaalprestaties van gebouwelementen). “Vanuit de industrie zijn we hoedanook klaar om via een EPD-database (Environmental Product Declaration) informatie te verstrekken aan FOD-Volksgezondheid inzake grondstoffen enerzijds, maar ook om alle data aan te leveren aan een evaluatietool zoals bijvoorbeeld www.Be-Global.be anderzijds.” Zo’n evaluatietool laat toe om de milieu-impact van bouwmaterialen te bepalen op gebouwniveau. Dat dit op gebouwniveau dient te gebeuren is evident. Enkel daar kan men naast de directe- ook de indirecte winsten/verliezen in rekening brengen.

“Hopelijk kunnen we nu allen versneld de piste gaan dewelke binnen BMP/PMC (bouwmaterialenproducten) werd uitgezet en leidt tot het voeren van een éénduidig Belgisch evaluatiesysteem voor de ganse bouwmarkt.” aldus Petri Ven.

Ook interessant