Vastgoed

Kritiek op wettelijk bepaalde maximale huurverhoging

Per 1 juli wordt de huurprijs verhoogd met 2,3 procent: de maximale huurverhoging die ieder jaar wordt bepaald door het kabinet. Daarom vroeg Direct Wonen, marktleider op het gebied van particuliere woninghuur, aan huurders of zij het terecht vinden dat dit ieder jaar wettelijk wordt bepaald. Maar vooral de huurverhoging zelf krijgt veel kritiek: ‘De lonen blijven gelijk, producten worden duurder, maar de huren blijven stijgen’, aldus een huurder.

Het kabinet stelt ieder jaar een maximale huurverhoging vast op basis van de inflatiecorrectie. Zo mogen verhuurders - het is niet verplicht - de huur per 1 juli 2012 verhogen met 2,3 procent.

Vóór wettelijke bepaling
Hoewel huurders meer geld uit hun portemonnee moeten trekken, heeft 31,2 procent van de huurders liever een jaarlijks wettelijk bepaalde huurverhoging dan een vrije markt waarin alle verhuurders zelf de huur(verhoging) mogen bepalen. Eén van de ondervraagden merkt op: ‘Als het niet wettelijk bepaald wordt, lopen de prijzen helemaal de spuigaten uit.’ Men is niet alleen bang dat de huurprijzen in zo’n situatie nog veel meer worden verhoogd, maar ook dat verhuurders hun macht gaan misbruiken door de huurprijs op te drijven als ze van een huurder af willen.

Toch zijn er ook huurders die vóór wettelijke bepaling van de huurverhoging zijn, maar vinden dat het maximum lager moet zijn dan 2,3 procent.

Tegen huurverhoging
En over die huurprijsverhoging maken veel mensen zich druk. De meeste ondervraagden, namelijk 62,8 procent, bekijken het namelijk niet zo positief als de eerder besproken groep die het terecht vindt dat de maximale huurverhoging wettelijk is bepaald. Ze vinden het onterecht dat dit gebeurt, maar ze vallen vooral over de huurverhoging zelf, en niet over het feit hoe deze tot stand is gekomen. ‘Over het algemeen worden de salarissen in deze crisistijd niet verhoogd en daalt de koopkracht steeds meer. Waarom worden de huurprijzen dan wel ieder jaar verhoogd?’, zo vraagt een huurder zich af.


Aantal respondenten: 851.