Algemeen

HBG en Duitse regering even schuldig in Badkuip-affaire

De zaak tussen HBG en de Duitse regering over de zogenoemde Bonner Badkuip nadert zijn einde. Een door de bondsregering aangespannen cassatie wordt door de Duitse Hoger Raad niet in behandeling genomen. De uitspraak dat HBG en de regering beide evenveel schuld hebben, is daarmee definitief. Met deze beslissing van de Hoge Raad is de Koninklijke BAM Groep, sinds de overname van HBG eigenaar van het probleem, tevreden. De martelende onzekerheid hoe het zou gaan met de schuldvraag is hiermee definitief beëindigd. Over de hoogte van de schade moet nu weer door een lagere rechter een beoordeling geven.

De Bonner Badkuip, voor kerst 1993 nog Schürmann-complex geheten naar de ontwerper Jochen Schürmann, zou de zetel van de bondsdag in Bonn worden. HBW Beton- und Wasserbau, toen een volle dochter van HBG, heeft in twee fasen en in meer bouwcombinaties het complete keldercomplex gebouwd voor een prijs van 65,4 miljoen. Geen rekening was echter gehouden met het wassende water van de Rijn, aan welks oevers het complex werd gebouwd.

Rond kerst 1993 steeg het water zo hoog dat de kelders onderliepen met grote materiële gevolgen. Zoals zo vaak in Duitsland liep het uit op een rechtszaak. Daarbij wilde de Duitse regering een schadevergoeding van 200 miljoen hebben.

De rechter in eerste aanleg riep HBG uit als de grote schuldige. Dat liet de toen grootste bouwer in ons land niet over zijn kant gaan. In hoger beroep kreeg de bouwer ook gedeeltelijk gelijk. Het Hof in Karlsruhe meende dat de Duitse regering voor 50 procent schuldig was. De resterende schuld lag bij de bouwer en de ontwerpers. Die uitspraak was er overigens pas in 2001.

Dat nu vond de Bondsregering weer niet leuk. Die ging in cassatie bij het zogenoemde Bundesverfassungsgericht, de Duitse Hoge Raad. Die heeft na twee jaar studeren nu besloten de cassatie niet in behandeling te nemen. Ook de pro forma cassatie die HBG instelde wordt niet behandeld.

Dit betekent nog niet dat de zaak nu snel de wereld uit is. Het gesteggel over de omvang van de schade zal nu in alle hevigheid losbarsten. Begin jaren negentig claimde de bondsregering 200 miljoen gulden aan schade. Een suggestie van het gerechtshof om de zaak af te doen met betaling van 50 miljoen werd door de bondsregering afgewezen. In 2001 werd de schade door verschillende partijen nog geraamd op zo’n 700 miljoen gulden. Inclusief rente loopt de schade dan al snel richting miljard gulden.

Voor BAM maakt het financieel gezien allemaal weinig uit. HBG is er altijd vanuit gegaan dat de verzekering de eventuele schade dekt.
Build for Life