In het fonds voor de wederopbouw van het door een aardbeving getroffen Haïti zit nog maar een vijfde van het door andere landen beloofde geld. Dat heeft de Wereldbank woensdag (lokale tijd) gemeld, een half jaar na de verwoestende beving van 12 januari, waarbij naar schatting 230.000 mensen omkwamen.
Voor de pot van de wederopbouw, die de Wereldbank beheert, was 500 miljoen dollar toegezegd.
Onder de landen die inmiddels met geld over de brug zijn gekomen, zijn Brazillië en Noorwegen. De Haïtiaanse gezant van de VN, Leslie Voltaire, klaagde dat de wederopbouw van Haïti door het gebrek aan geld niet echt van de grond komt. Ook is Haïti zelf onvoldoende in staat de reeds ontvangen hulp te verwerken.
Vicevoorzitter van de Wereldbank voor Latijns-Amerika, Pamela Cox, riep donorlanden op het geld sneller over te maken. Ze liet echter weten dat het tempo waarin het geld nu binnenkomt, normaal is.
Volgens haar duurde het na de tsunami van 2004 twee jaar tot het hele bedrag op de rekening stond. Desondanks zei de Amerikaanse oud-president Bill Clinton, de speciale VN-gezant voor Haïti, dat hij regeringen onder druk gaat zetten de beloften aan Haïti na te komen.
Lees verder op Architectenweb.nl
- Bouw & Wonen Partners:
