Algemeen

Even een lampje testen

Ook de bouw- en installatietechniek plukken vruchten van André Kuipers’ ruimtemissie die maandagmorgen vroeg begint.

Nederlands tweede astronaut André Kuipers test een nieuwe energiezuinige lamp en probeert een detectiemethode uit om bodemsaneringen en corrosieprocessen te controleren.

Philips en de TU Eindhoven zijn verantwoordelijk voor het experiment met de lamp dat Kuipers gaat uitvoeren in het internationale ruimtestation ISS. Het gaat om een zogenaamde HID-lamp, die erg zuinig is bij een hoog vermogen. HID-lampen worden al wel gebruikt voor de verlichting van wegen en stadions en om gebouwen van buiten aan te lichten. Ze zijn alleen nog niet stabiel genoeg. Dat heeft onder andere te maken met een plasma dat kan ontstaan rond de ontladingsstroom, waardoor de lamp kan springen. Ook geeft de lamp niet altijd egaal licht, doordat de metaalgassen die onder hoge druk in de lamp zijn opgesloten zich plaatselijk kunnen ontmengen onder invloed van de elektrische stroom. In gewichtloze toestand in het internationale ruimtestation speelt het soortelijk gewicht van de verschillende gassen geen rol meer en kan het precieze werkingsmechanisme van de ontmenging goed worden achterhaald. Daarom neemt astronaut Kuipers een carrousel mee naar het ISS met twintig lampen. Het duurt daarna nog nog wel even voordat zijn bevindingen hun beslag krijgen in een nieuwe generatie zuinige HID-lampen.

Bioclear
Voor milieuadviesbureau Bioclear is de reis van Kuipers alweer de vijfde ruimtemissie waar het bij betrokken is. De bouwwereld kent het Groningse bedrijf vooral van expertise op het gebied van bodemsaneringen en biocorrosie. Zo ontwikkelde het een methode om bodemvervuiling af te laten breken door speciale bacteriën. Biocorrosie beteugelt het bedrijf juist door rondom stalen damwanden en pijpleidingen een milieu te scheppen waar de verantwoordelijke bacteriën juist niet bij gedijen.
In beide gevallen gaat het erom goed te monitoren hoe de bacteriën in de bodem zich ontwikkelen. Daarvoor heeft het bedrijf samen met de universiteit van Groningen een geavanceerde detectiemethode ontwikkeld op basis van DNA-technologie. Met traditionele analysemethoden laten deze diertjes zich namelijk lastig opsporen, terwijl dat aan de hand van hun DNA-profiel feilloos gaat en ook steeds sneller. Ook het internationale ruimtestation heeft te kampen met bacteriën. Heel andere dan de typen die in het spel zijn bij biocorrosie en bodemsaneringen, maar ze zijn met dezelfde methode op te sporen. Omdat de zwaartekracht ontbreekt, ontwikkelen de bacteriën zich in de ruimte bovendien heel snel en kunnen een bedreiging vormen voor de gezondheid van de bemanning.

Monsters
André Kuipers gaat in het ruimtestation monsters nemen, die later op aarde met de nieuwe methode worden geanalyseerd. . Dr. J. Krooneman van Bioclear verwacht dat binnen drie jaar de methode zo robuust en betrouwbaar is dat de astronauten ter plekke de analyses kunnen uitvoeren.
Die snelle analysemethode zal ook haar nut bewijzen in de praktijk van de bodemsaneringen en de biocorrosie, voorspelt Krooneman. Analyses hoeven niet meer door specialisten te worden uitgevoerd en de resultaten komen razendsnel, in de bouwput, beschikbaar.
Build for Life