Verbouwen

Energieprestatieregelgeving vanaf 1 januari 2006

(Ver)bouwer verdient meerkost van gemiddeld 3.000 euro uiteindelijk terug

Vlaanderen is bezig met de omzetting van de Europese richtlijn over de energieprestaties van gebouwen. Wie bouwt of verbouwt, moet investeren in goede isolatie en andere maatregelen om zijn energieverbruik te beperken. De Vlaamse energieprestatieregelgeving gaat in op 1 januari 2006. Bouwunie, de bij Unizo aangesloten unie van het kmo-bouwbedrijf, is hiermee tevreden. De energieprestatieregelgeving voorziet in het opstellen van een EPB-voorstel (energieprestaties en binnenklimaat) en een startverklaring met een overzicht van de energiebesparende maatregelen vóór de start van de werken. Hierdoor onstaat al heel vroeg in het bouwproces duidelijkheid over de uit te voeren investeringen en het energiepeil dat bereikt zal worden.
Bouwunie nuanceert de door anderen genoemde meerkost van de energieprestatieregelgeving voor de (ver)bouwer van 5.000 euro. Gemiddeld zou deze 3.000 euro bedragen. En het kan nog veel minder voor wie in zee gaat met een bouwbedrijf dat nu al energievriendelijke woningen bouwt. Bovendien zorgt de jaarlijkse lagere energiefactuur ervoor dat deze initiële meerkost uiteindelijk terugverdiend wordt.

Het EPB-voorstel en de startverklaring zorgen ervoor dat de bouwpartners al heel vroeg in het bouwproces een akkoord bereiken over de EPB-maatregelen. Ten voordele van allen. De (ver)bouwer is goed op voorhand geïnformeerd over de mogelijke energiebesparende maatregelen, hun impact en kostprijs en kan een gefundeerde keuze maken. De architect komt zijn informatieverplichting aan de bouwheer na en heeft daarvan een schriftelijk bewijs. Hij draagt bij tot het vermijden van bepaalde, o.a. budgettaire, verrassingen. De aannemer weet welke keuzes gemaakt worden, onder meer over de dikte van de muren en de uitvoering van kanalen in de chape, op muren en plafonds voor de toe- en afvoer van lucht, en kan een goede offerte opstellen. De kans op onvoorziene meerwerken en termijnoverschrijdingen verkleint.
Door de energieprestatieregelgeving zal de overheid het energieverbruik zien dalen.

Er is serieus wat discussie over de meerkost die deze energieprestatieregelgeving voor de (ver)bouwer zal betekenen. Vast staat alleszins dat de eerder genoemde cijfers van 5.000 euro voor de bouw van een gemiddelde woning zwaar overdreven zijn. Bouwunie berekende dat de gemiddelde meerkost 3.000 euro (inclusief BTW) bedraagt. Een belangrijk element bij het bepalen van de meerkost is de kwaliteit die het bouwbedrijf nu al levert. Wie tot nu toe weinig aandacht heeft besteed aan energiebesparing moet een serieuze inhaalbeweging maken om het gevraagde energiepeil te kunnen bereiken. Houtskeletbouwwoningen bv. moeten in de meeste gevallen enkel een bijkomend verluchtingssysteem voorzien. De meerkost bedraagt dan 400 euro. Als de (ver)bouwer kiest voor een verluchtingssysteem met een warmtewisselaar loopt de meerkost al gauw op tot 2.000 euro. Het is dus niet zo eenvoudig om "dé gemiddelde meerkost van de energieprestatieregelgeving" te bepalen. Wie vandaag al goed presteert op energievlak zal met relatief weinig inspanningen en meerkosten het gewenste energiepeil kunnen bereiken. Bovendien wordt de initiële meerkost op termijn terugverdiend. De (ver)bouwer verlaagt zijn energiefactuur dankzij zijn investeringen.

Tot slot wijst Bouwunie op een lacune in de huidige regelgeving. Deze zegt nog niets over de verantwoordelijkheid die elke bouwpartner draagt bij de toepassing van de energieprestatieregelgeving. Om de aannemer uit de wind te zetten, vraagt Bouwunie de startverklaring zo in te vullen dat ze de aansprakelijkheid van elke bouwpartij vastlegt. Bouwunie meent dat de eindverantwoordelijkheid voor het bereiken van de energieprestatie-eis nooit bij de aannemer kan gelegd worden. De aannemer is enkel aansprakelijk voor de goede uitvoering van zijn eigen werk.