Binnenafwerking

Drukveer tegen deurlawaai

Als een raam of deur met een klap dichtvalt, komt de bewegingsenergie vrij in de vorm van warmte en geluid. Veel rustiger is het als de kinetische energie van de dichtvallende deur wordt omgezet in de potentiële energie van een samengedrukte veer. Simpel gezegd: een veer zou de klap moeten opvangen.

Het dichtvallen van een raam of deur veroorzaakt gewoonlijk een behoorlijke dreun, waartegen bouwers eigenlijk niet veel preventieve maatregelen nemen. Natuurlijk, veel stalen kozijnen voor binnendeuren zijn standaard voorzien van kleine, kegelvormige stukjes rubberachtig materiaal die ervoor moeten zorgen dat de lichtgewicht deuren niet kunnen rammelen. En in de keuken hebben de deurtjes van de keukenkastjes aan de binnenkant meestal kleine rondjes van doorzichtige kunststof die de klap moeten opvangen als zo’n deurtje dichtvalt.

Maar voor grotere ramen en massief houten buitendeuren is veel meer nodig om ongewenst gedreun te voorkomen, met name in relatief lichte gevels die grotendeels bestaan uit hout en glas. Waarschijnlijk kent G.J. de Wilde het probleem uit eigen ervaring, want hij bedacht “een zachte-aanslaginrichting voor het opvangen van een schok bij het tegen een vast onderdeel, zoals een kozijnrand, sluiten van een beweegbaar onderdeel”.

Trouwhartig verwijst de uitvinder naar enkele buitenlandse octrooien voor ‘veerbelaste zachte-aanslaginrichtingen’ die op zich dan wel effectief zouden kunnen zijn, maar helaas “op weinig esthetische wijze zichtbaar zijn”. Bijvoorbeeld doordat ze met schroeven moeten worden bevestigd aan het kozijn, en binnen de dag van het kozijn vallen.

De schok- en rammeldemper van De Wilde is volgens de tekst van zijn octrooiaanvrage, “nagenoeg onzichtbaar en kan daardoor op esthetisch volstrekt acceptabele wijze naar keuze met het kozijn dan wel de deur, het luik of het raam in kwestie verbonden worden”. En de inrichting is ook nog eenvoudig te produceren, te assembleren en te plaatsen.

Centraal in deze vinding staat een drukveer die de bewegingsenergie moet opvangen van een dichtvallend raam of een dichtslaande deur. Anders gezegd: de kinetische energie van de dichtvallende deur wordt grotendeels omgezet in de potentiële energie van een samengedrukte veer.

Deze veer zit opgesloten in een hol, vrijwel cilindrisch huis dat is aangebracht in een boorgat in het kozijn. Aan de ene kant drukt de veer tegen de binnenkant van het huis, aan de andere kant tegen de binnenkant van een hol aanslagelement, dat gedeeltelijk uit het huis steekt. De veer geeft tegenkracht als het vrije eindvlak van het aanslagelement in contact komt met bijvoorbeeld een dichtslaande deur. Genoeg om een harde klap op te vangen en daarna eventueel gerammel te voorkomen, zonder te verhinderen dat de deur goed sluit. En geschikt voor zowel houten als stalen kozijnen.

Aanslagelement en veerhuis zijn bijvoorbeeld door spuitgieten uit kunststof gemaakt en eenvoudig aan elkaar te klikken. Het octrooi zegt er verder niets over – de uitvinder is telefonisch onbereikbaar – maar het ligt voor de hand dat de veer in verschillende sterktes nodig is.

Uitgaande van twee schokdempers per raam, zou een veel zwaardere deur anders een veelvoud aan dempertjes vergen. Los daarvan zouden dit soort voorzieningen eigenlijk al tijdens de bouw moeten worden aangebracht. Want als de bewoner ze achteraf zelf aanbrengt, profiteren zijn of haar buren gratis mee van de rust, terwijl ze zelf nog steeds hinderlijk gedreun produceren als ze midden in de nacht thuis komen.

octrooi
nummer: 1025252
houder:GJDW GmbH, Luxemburg
uitvinder: G. J. de Wilde