Diefstal bouwmachines neemt snel toe

De diefstal van bouwmachines en andere apparatuur neemt voortdurend toe. Vorig jaar zijn alleen al in Groot-Brittannië 3500 diefstallen met een totale schade van ruim 50 miljoen euro geregistreerd. In het jaar daarvoor lag de schade nog ruim 10 miljoen euro lager. De gemiddelde waarde van de gestolen machines nam met 30 procent toe tot een kleine 15.000 euro.

Dat staat in het jaarlijkse diefstallenrapport van The National Plant & Equipment Register TER, een bedrijf dat deze vorm van misdaad bijhoudt en ook probeert er wat aan te doen. “Er zijn geen Europese cijfers beschikbaar maar ik heb geen reden om aan te nemen dat het in andere Europese landen minder is,” zegt directeur T. Purbrick. In Groot-Brittannië gaat het in eenderde van de gevallen om graafmachines, gevolgd door trailers, generatoren, kieptrucks en telescopische grijpers. Graafmachines zijn goed voor 56 procent van de waarde van alle diefstallen.

In de internationale database van het TER staan al 30.000 diefstallen met voor ruim 300 miljoen euro aan gestolen materieel. Het bedrijf registreert alleen machines van 2250 euro of meer waarvan het serienummer geregistreerd staat. De informatie komt van politiekorpsen, verzekeraars, financiers en aannemers en is voor deze groepen dag en nacht beschikbaar om te controleren of te kopen machines van diefstal afkomstig zijn. Volgens TER wordt gemiddeld hooguit 10 procent van de gestolen apparatuur teruggevonden.

Een gedreven Purbrick zegt: “Ondanks de omvang van het probleem lijkt niemand zich er echt druk over te maken. De verzekeraars betalen een claim voor een gestolen graafmachine gemakkelijker uit dan als je je camera verliest op vakantie. De meeste bouwplaatsen zijn nauwelijks beveiligd en vaak staan de machines zo langs de weg. Fabrikanten of dealers brengen ook liever geen alarm, beveiligde sleutel of andere beveiliging aan, want dat maakt de machine alleen maar duurder.

Aan de andere kant is er een grote markt voor tweedehands materieel. “Veel wordt verkocht via een veiling”, zegt Purbrick. “Je kunt de veilinghuizen niet verwijten dat ze niet controleren want die krijgen spullen van overal aangeleverd. Bouwmachines en dure gereedschappen kunnen ook zo over de grens verdwijnen. Van samenwerking bij het opsporen van gestolen materieel is helemaal geen sprake. Er gaat veel gestolen materieel naar Ierland, het Europese vasteland of verderweg.”

Dat sluit aan bij Purbricks analyse van de daders: “Er zijn drie soorten dieven. De gelegenheidsdieven pakken gewoon wat voor het grijpen ligt. De georganiseerde misdaad steelt vaak op bestelling en weet er ook op een heel georganiseerde manier van af te komen. Daarnaast is er een categorie die zich met allerlei soorten misdaad bezig houdt om terrorisme te financieren en die bouwmaterieel er als het ware bijdoet.”

Purbrick zou graag zien dat met name verzekeraars zich actiever opstellen. “Hoewel het vaak om erg dure machines gaat, worden geen registratie- of andere eisen gesteld. Vaak bel je wat gegevens door en de machine is verzekerd. Als de verzekeraars het moeilijker zouden maken, gaat ook de bouwsector beter opletten. Daarmee zouden we een enorm bedrag aan schade kunnen voorkomen.”