Algemeen

Deze villa vereist echt restauratiewerk

Behoud is het sleutelwoord van de restauratie van een monumentale villa in Ammerzoden. Maar wat kan je behouden aan een monument waar de bovenste verdieping vanaf is afgeschoten in de Tweede Wereldoorlog en dat vervolgens rigoureus is leeggesloopt in de jaren veertig?

De bouwtekeningen zijn er nog wel van de villa die een baksteenfabrikant in 1866 liet bouwen; een statig pand met koetshuis voor paarden en koeien, een ruime tuin en moestuin pal naast de kerkruïne van Ammerzoden. Maar volgens projectarchitect G.A. Vreugdenhil van Braaksma Roos Architectuur & Restauratie dienden de tekeningen slechts als aanvulling op hun eigen historisch onderzoek. “Basis voor het onderzoek was de speurtocht naar de oorspronkelijke indeling van de villa.”
Ondanks het feit dat het pand dienst gaat doen als hoofdkantoor van de TBI Groep, wilde Vreugdenhil juist de indeling handhaven. “Alleen de centrale trap zit nu op een andere plek omdat dat een nieuwe ruimte opleverde met fraai uitzicht op de achtertuin.” En hoewel een aantal wanden enigszins zijn verplaatst, is het aantal kamers ongewijzigd gebleven. Want dat blijkt een van de weinige dingen die origineel te houden zijn in het huis.
Nadat de villa in de oorlog onder vuur was genomen waarbij de tweede verdieping van de eerste werd geschoten, werd het pand in 1948 hersteld. Volgens Vreugdenhil is hierbij van de interieurs niets overgebleven.

Klassiek
Zelfs tijdens de restauratie die aannemingsbedrijf Nico de Bont BV heeft uitgevoerd in opdracht van TBI Beheer zijn geen onverwachte details naar boven gekomen. Toch wil uitvoerder en projectleider ing. S.J. van Ommeren niets weten van een nieuwbouw met oude stijlkenmerken: “Alleen een echte restauratieaannemer is in staat het werk aan een klassieke villa als deze uit te voeren. Een nieuwbouwaannemer kan onmogelijk op een zelfde wijze communiceren met een gespecialiseerde architect zoals Braaksma en Roos en ons bedrijf.”
Van Ommeren wijst hierbij op details zoals bij de luiken of vouwblinden die aan de binnenzijde van de kozijnen zijn geplaatst en zo zijn uitgevoerd dat de kans op kromtrekken is geminimaliseerd. “Aan de onderzijde van de luiken hebben wij een regel opgenomen die met een veer in de luiken is gelijmd. Bovendien zitten de spiegelklampen met een zwaluwstaart in de luiken. Bij een nieuwbouwaannemer hoef je hiermee niet aan te komen.”
Bijzonder aan het werk is de combinatie tussen het restauratiewerk en het geavanceerde gebouwbeheerssysteem. Vreugdenhil: “In feite combineren we een oud gebouw met een hypermoderne installatie die zorgt voor verwarming, koeling en ventilatie.” De installatie moest vanaf het allereerste begin in het restauratieplan worden meegenomen. Om de aan- en afvoerkanalen met diameters van 200 tot 300 millimeter kwijt te kunnen, moest Vreugdenhil inventief met de ruimte omgaan. “Naast een teruggebrachte schoorsteen en schouw kon extra ruimte voor de installatie worden opgenomen.”
Meer problemen had Vreugdenhil bij de plafonds. “De raamkozijnen komen tot aan de plafonds. We hadden dus niet de ruimte om deze te verlagen.” De uiteindelijke ruimte voor het kanalenverloop is gevonden bij muren, boven vloeren maar voornamelijk achter de knieschotten op de bovenste verdieping. Van het gehele kanalenverloop is niets in het zicht gekomen. Roosters zijn onder meer weggewerkt onder de vaste kasten in de kantoor- en vergaderruimten. De centraal geregelde installatie controleert het klimaat in elk vertrek 24 uur per dag. “Als iemand zijn raam open zet of juist de gashaard in de schouw wil branden, past de installatie de warmtetoevoer aan”, aldus Vreugdenhil.

Koetshuis
Volgens de architect is het geen probleem als nieuwe elementen als zodanig goed herkenbaar zijn. Een nieuw element is de entree tussen de villa en het koetshuis. Vreugdenhil: “Hierin zijn weliswaar nieuwe, maar dan wel pure materialen als staal en glas toegepast.” Het nieuwe onderdeel geeft daardoor een toegevoegde waarde aan het geheel. Een origineel element dat wel terugkomt is het balkon aan de voorzijde. Een later aangebracht erker aan de zijkant van de villa is verwijderd en de keramische consoles zijn hergebruikt voor het authentieke balkon.
De aannemer is een dochter van TBI groep en heeft het werk als enige restauratieaannemer in de groep als ‘vanzelfsprekend’ gekregen. Van Ommeren: “Dat betekent overigens niet dat we zomaar aan de gang konden gaan. We hebben een begroting gemaakt en worden gewoon afgerekend op het meer- en minderwerk.” Lijkt het aan de ene kant makkelijk om voor eigen parochie te werken, Van Ommeren voelt wel degelijk de hete adem van alle directeuren van de TBI Groep die de restauratie van ‘hun’ Villa Vijverbos volgen. Met de oplevering van de tuin rond de kerst is het werk geheel afgerond.
Build for Life