De reglementering inzake overheidsopdrachten (en meer bepaald haar artikel 15 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden) bepaalt een betalingstermijn van 60 dagen voor voorschotten en 90 dagen voor het saldo van de werken. Ook is daarbij voorzien dat in geval van laattijdige betaling voor overheidsopdrachten door de overheid automatisch een verwijlinterest moet worden uitbetaald. Een correcte en tijdige toepassing van deze wettelijke betalingsvoorwaarden is in de huidige moeilijke economische crisis dan ook noodzakelijk. Zeker nu steeds meer bedrijven, en dus ook bouwbedrijven geconfronteerd worden met enerzijds minder toegankelijke kredietverstrekking, en anderzijds langere betalingstermijnen door de klanten. Ook de overheid, zo blijkt.
De Confederatie Bouw heeft dit zopas kunnen vaststellen bij een enquête bij haar leden over achterstallige betalingen bij overheidsopdrachten. Op basis van deze bevraging bij haar leden-bouwbedrijven die voor de verschillende aanbestedende overheden werken, kon zij de betalingsachterstand die er momenteel is bij overheidsopdrachten in kaart brengen.
De aanbestedende besturen respecteren de wettelijk voorgeschreven betalingstermijn van 60 dagen voor de voorschotten van de werken slechts in 15% van de gevallen . In 73% gebeurt dit soms. Maar 12% van de bouwbedrijven krijgt de voorschotten voor de overheidsopdrachten nooit binnen de wettelijk vastgestelde termijn van 60 dagen.
De betaling van het saldo van de werken gebeurt evenmin binnen de wettelijke periode van 90 dagen. Slechts 13% (of 1 op 8) van de bouwbedrijven krijgt het saldo van de uitgevoerde werken tijdig betaald . Maar in bijna 87% van de gevallen is er dus sprake van betalingsachterstand.
Opmerkelijk is ook dat alle aanbestedende overheden (dus zowel federaal, gewestelijk, provinciaal als op gemeentelijk niveau) laattijdige betalers zijn en bovendien de wettelijk verplichte verwijlinterest niet automatisch betalen. In slechts 1 of de 17 gevallen werd de verwijlinterest voor de achterstallige betaling automatisch en zonder initiatief van de aannemer betaald. Dus in slechts 6% wordt de reglementering door de besturen nageleefd!!
De Confederatie vraagt dan ook met aandrang dat de aanbestedende overheden bij overheidsopdrachten de aannemers tijdig en correct zouden betalen. De Confederatie vindt het onaanvaardbaar dat de overheden bij overheisopdrachten zo slordig met hun betalingen omgaan en hierdoor de bouwbedrijven in ernstige financieringsproblemen dreigen te brengen. Zeker in tijden van economische en financiële crisis is het nog belangrijker dat de overheden zelf het goede voorbeeld geven.
“ De maatregelen die de regering in het herstelplan heeft opgenomen om de bouw haar rol te kunnen laten spelen als motor voor de economische heropleving , en waarbij de regering zelf aandringt op de naleving van de tijdige betaling van werken door aanbestedende overheden, zijn dus méér dan noodzakelijk en moeten ook worden dringend. Hierdoor kunnen onnodige financiële moeilijkheden en liquiditeitsproblemen bij bouwbedrijven vermeden worden”, onderlijnt Robert de Mûelenaere.
Hij stelt dan ook dat “de geplande regeringsmaatregelen om de betalingsachterstand bij overheidsopdrachten te bestrijden dringend moeten worden uitgevoerd. Ook de gewesten, de provincies en de gemeenten zouden zich ondubbelzinnig moeten engageren om hun fakturen tijdig en correct te betalen”.
- Bouw & Wonen Partners:
