Algemeen

De mythe van de steenrijke corporaties

De Nederlandse Woonbond deed recentelijk een beroep op corporaties om het voortouw te nemen bij de bouw van woningen. Dat doen ze graag. Maar de Woonbond beweert tegelijk dat corporaties rijk zijn en dat ze wel 23 miljard euro hebben om (verliesgevend) te investeren in betaalbare huurwoningen. En dat is een mythe.

De Woonbond baseert het bedrag waarschijnlijk op een rapport van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) maar trekt geheel verkeerde conclusies. We geven graag de juiste cijfers en feiten.
Het CFV spreekt van een weerstandsvermogen van de gezamenlijke corporaties van 22,3 miljard euro. Dit bestaat voornamelijk uit eigen vermogen én een voorziening onderhoud. Die laatste post is natuurlijk niet beschikbaar voor investering in nieuwbouw. Verder is het eigen vermogen berekend op basis van de bedrijfswaarde. Daarin is ook de toekomstige verdiencapaciteit verdisconteerd. Het zou echter zeer onverstandig zijn als corporaties dat geld gaan uitgeven aan onrendabele toppen in de nieuwbouw, want dit geld is helemaal nog niet verdiend. Temeer niet daar diezelfde Woonbond ook van corporaties vraagt om terughoudend te zijn bij het slopen en verkopen van woningen. Als corporaties daar gehoor aan geven, valt er dus ook via die weg niet veel te verdienen.
Blijft over een gerealiseerd eigen vermogen van 8,6 miljard euro, dat beschikbaar is om te investeren in nieuwbouw. Dan nog is het de vraag of het verstandig is om dit geld verliesgevend te investeren in betaalbare huurwoningen. Ten eerste kan de nieuwbouw beter gericht zijn op de lokale vraag, en vaak zijn dat duurdere huurwoningen en betaalbare koopwoningen. Dat brengt doorstroming op gang, waardoor goedkope huurwoningen vrijkomen. Ten tweede wordt met dit geld via hoge grondprijzen vooral de kas van de gemeenten gespekt. Om de inzet van corporaties te intensiveren, zijn eerst en vooral betere investeringscondities nodig. Minder regels en procedures, en ook een terughoudend grondprijsbeleid van gemeenten. Grondprijzen moeten passen bij het exploitatiedoel van het vastgoed. Overigens moeten er dan natuurlijk wel lokaties beschikbaar zijn.
Build for Life