Algemeen

Brusselse Nieuwstraat behaalt recordaantal passanten

Opnieuw werd een passantentelling in de grootste Belgische binnensteden georganiseerd. Fastigon is een gespecialiseerd onderzoeksbureau omtrent vastgoed voor detailhandel en de inplanting ervan. Passantentellingen worden door Fastigon reeds uitgevoerd sinds 1995. Net zoals in de jaren 2000 en 2002 werden in de maand oktober 2004 in 23 verschillende binnensteden per steekproefmethode tegelijkertijd passantentellingen gehouden.

Een passantentelling omvat het meten van het aantal voetgangers die de etalage en de ingang van winkels, horecazaken en publieksgerichte diensten “passeren”. Het aantal passanten in die winkelstraat bepaalt in grote mate het omzetpotentieel, de bedrijfsopbrengsten, de huur en de vastgoedwaarde. De Brusselse Nieuwstraat pakt deze keer uit met een nooit eerder behaald aantal passanten en wordt hiermee opnieuw koploper van het Belgische trio: Brusselse Nieuwstraat (280.000 passanten/week), Antwerpse Meir (230.000 passanten/week) en Luikse Vinâve d’Ile (230.000 passanten/week). Blijkbaar heeft de recente komst van belangrijke trekkers in de Brusselse Nieuwstraat een grotere impact teweeggebracht dan bijvoorbeeld de vernieuwing destijds van de Nieuwstraat en de renovatie van winkelcomplex City2 in 1999. T.o.v. de tellingen van 2002 overtreft de Luikse Vinave d’Ile opnieuw ruim meer dan 200.000 passanten net zoals vier jaar geleden. Ondanks de gewijzigde concurrentieverhoudingen in het winkelgebied van Luik-centrum met de vernieuwde winkelomgeving van de Place Saint Lambert, heeft de Vinâve d’Ile zich blijkbaar kunnen herpositioneren. Het drukteniveau op de Antwerpse Meir blijft over de zesjarige periode quasi constant, terwijl men een toegenomen winkeldrukte waarneemt in de rest van het winkelgebied t.o.v. de tellingen uit vorige jaren. In de volgende groep - met een passage tussen de 110.000 tot 170.000 bezoekers per week merken we belangrijke fluctuaties: Westvlaamse steden zoals Brugge en Oostende kennen een belangrijke terugval tot 110.000 passanten, terwijl we in Hasselt, Gent en Turnhout forse verhogingen noteren. T.o.v. vorige tellingen blijken bepaalde winkelgebieden stabiel, andere zijn dan weer onderhevig aan externe of interne wijzigingen die vrij snel vertaald worden in een gewijzigde winkeldrukte. Doordat binnensteden permanent in beweging zijn en zich herpositioneren wordt na verloop van tijd het effect van dergelijke wijzigingen vaak afgevlakt. In bijgevoegde tabellen wordt een overzicht gegeven van de wekelijkse winkeldrukte van ca. vijf gekende en belangrijke winkelstraten binnen het winkelkerngebied van elke van de 23 steden. Hierdoor wordt inzicht verschaft in de onderlinge verhoudingen binnen een winkelgebied t.o.v. de meest drukke winkelstraat die telkens wordt weergegeven (index=100). Door de winkelsteden te groeperen per provincie kan ook hier de hiërarchie naar winkeldrukte worden geëvalueerd.

Fastigon wil met dergelijk onderzoek cijfermateriaal naar voor schuiven om discussies omtrent detailhandelsbeleid in ons land op een hoger niveau te tillen. Onderzoek en evaluatie van vernieuwingsprojecten rond het winkelgebeuren worden per definitie door de overheid behoudsgezind en per korte termijnvisie gevoerd. De laatste jaren hebben de diverse overheden weliswaar algemene onderzoeken omtrent ruimtelijke aspecten van perifere detailhandel en versterking van de bestaande handelscentra laten uitvoeren. De inwerkingtreding sinds 1 maart 2005, na de publicatie van een aantal uitvoeringsbesluiten, van de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen, geeft gemeentelijke overheden meer autonomie, waarbij de nood aan actuele basisgegevens omtrent vraag en aanbodaspecten in de detailhandel pertinent dreigt te worden teneinde een goed onderbouwde visie te kunnen ontwikkelen op socio-economisch vlak.
Build for Life