Algemeen

Bouwfraude NL: Bouw moet van zich af bijten

Er is geen bedrijfstak in Nederland, die door de aanhoudende stroom berichten over malafide praktijken rond infrastructurele werken en vermeende lekken van top-ambtenaren over toekomstige woningbouwlocaties, zo’n slecht imago heeft als de bouw. Het wordt daarom tijd dat de sector van zich afbijt. De veel gehanteerde stelregel ‘als je geknipt wordt moet je stil blijven zitten’ blijkt niet te werken.

Typerend is de uitspraak van AVBB-voorzitter Elco Brinkman in de Volkskrant van afgelopen zaterdag. Over het dossier-Bos zegt Brinkman: ‘Binnen het bestuur van de AVBB dacht men nog dat het wel zou overwaaien…’ Feitelijk geeft hij daarmee exact aan waar het binnen de bouwsector om draait. Niet reageren op negatieve publiciteit, want het waait vanzelf wel weer over. Maar dit keer is de bui niet alleen blijven hangen, de sector zit in heel zwaar weer.

Hoewel de bouwfraude-enquete zich in eerste instantie beperkt tot de grond- wegen en waterbouw, was afgelopen week wederom een kwestie. Projectontwikkelaars zouden begin jaren negentig door top-ambtenaren zijn ingelicht over de toekomstige woningbouwlocaties. Niet schriftelijk natuurlijk, maar bij gezellige etentjes op kosten van diezelfde ontwikkelaars. Gevolg: de grond werd onder de ogen van gemeenten weggekaapt en een groot deel van de hoge prijzen die een koper nu voor een Vinex-woning betaalt, verdwijnt rechtstreeks in de zakken van de projectontwikkelaar.

Voor de gemiddelde krantenlezer of televisiekijker is er geen verschil tussen grond-, wegen- en waterbouw en de bouw- en utiliteitsector of tussen aannemers en ontwikkelaars. Bouwen is bouwen en daar zit nu wel een heel vies luchtje aan.

Nu is het imago van de bouw de laatste jaren natuurlijk toch al niet best. Het staat bekend als een bedrijfstak, waarin het werken zwaar is, daarom een hoog ziekteverzuim kent en een flinke uitstroom in de wao heeft. Maar de negatieve publiciteitspiraal heeft dat imago nog verder verslechterd. En alleen al uit het oogpunt van de werkgelegenheid is dat onwenselijk.

De vraag is dan ook urgent wat de bedrijfstak moet doen om het blazoen op te poetsen? Je aan de wet houden, dat is vanzelfsprekend. Maar vooral ook beter communiceren.

Stilzitten
Niet stilzitten en wachten tot iets overwaait. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan voor een bedrijfstak die zo in zichzelf gekeerd is. Het woord “aannemen” is illustratief voor een mentaliteit: afwachten tot je iets wordt gegund, je hand ophouden, slachtoffer spelen en trucs uithalen om terug te pakken. Die passiviteit moet worden afgelegd.

Feitelijk heeft Brinkman in het eerder aangehaalde interview de toon al gezet. Immers, hij legt haarfijn de vinger op de zere plek: de overheid is in de gww-sector de grootste opdrachtgever. Zwart-wit gezien is de overheid zelfs monopolist en dicteert de markt. En diezelfde overheid wil altijd het onderste uit de kan. Letterlijk zegt Brinkman: ‘Als de Betuwelijn duurder uitvalt, heeft de bouw het gedaan. Niemand kijkt naar de extra eisen die door de opdrachtgever zijn gesteld.’

Het zijn dit soort uitspraken die de mening over een bedrijfstak kunnen nuanceren. Uitleggen hoe het werkelijk zit. Betaalde etentjes in ruil voor informatie over toekomstige woningbouwlocaties? Ga toch weg. Het ministerie heeft deze locaties notabene zelf benoemd in de Vierde Nota-extra. Alles lag op straat. Pas toen zijn projectontwikkelaars er gedurende vele jaren met deze nota onder de arm op uitgetrokken om grond te verwerven.

Gronden die zij vervolgens vaak tegen kostprijs weer bij de gemeente inbrachten in ruil voor een bouwclaim en dus continuïteit. En - het moet maar eens worden benadrukt - vaak ook op verzoek van de gemeenten zelf zijn verworven; juist om speculatie van allerlei rommerlaars tegen te gaan.

Een slecht imago verbeteren kost tijd en vergt heel wat inspanningen. Een goed communicatie- en pr-beleid vanuit de bedrijfstak is daarbij noodzakelijk. Niet alleen voor de korte, maar zeker ook voor de lange termijn. Met name de gww-sector moet haar maatschappelijke rol veel beter etaleren. Zelf het initiatief nemen in het debat over de inrichting van Nederland, over zaken als mobiliteit, waterbeheer of de betekenis van cultuurhistorie. Het imago moet worden veranderd van volgend in initiërend.

Trots uitstralen ook. Vooral nu de sector kampt met een structureel arbeidstekort. Wie is er nog trots dat hij of zij in de bouw werkt? Die trots moet terugkeren. Timmer aan de weg met fraaie projecten en technische innovaties. Waar zijn de jongens van Jan de Wit?

Natuurlijk, allemaal kennen we nog de Deltawerken als knap staaltje van Nederlandse bouwtechniek. Maar de Deltawerken zijn in 1986 voltooid.Wat is er de afgelopen zestien jaar allemaal niet gebouwd? Wie weet dat? Communiceren dus!
Build for Life