Nieuwbouw

Bouwbarometer verbetert maar slechts héél langzaam

In het derde kwartaal stijgt de bouwbarometer opnieuw, zij het erg licht met 0,4 indexpunten, waardoor hij landt op 98,5. Nog 1,5 punten dus onder de gezonde grens van 100,0 waar optimisten en pessimisten elkaar in evenwicht houden. Dat betekent dat de zaakvoerders van de Vlaamse bouwkmo’s de bouwconjunctuur weliswaar iets gunstiger beoordelen dan voor de zomer maar dat hun globale beoordeling van de bouwconjunctuur somber blijft. Het “herstel” gaat tergend traag en de bouwsector scoort ook nog altijd slechter dan de rest van de economie zoals af te lezen valt in de globale KMO-barometer die op 100,6 staat. Ook op vlak van tewerkstelling is de bouw een triestig buitenbeentje. Terwijl de meeste economische experten verwachten dat de algemene tewerkstelling in de komende maanden en jaren zal stijgen, ziet de bouw het aantal arbeidersjobs in loondienst pijlsnel dalen. De bouwwerkgevers ervaren aan den lijve dat ze met hun eigen werknemers niet kunnen opboksen tegen de goedkopere buitenlandse arbeidskrachten. De verwerping van het Grondwettelijk Hof van de verkorte opzegtermijnen in de bouw zijn een extra streep door de rekening van de bouwbedrijven die met eigen personeel werken.

De bouwbarometer stijgt in september voor het derde kwartaal op rij maar blijft in het rood. Met 98,5 komt de bouwbarometer een klein beetje dichter tot de 100,0. De bedrijfsleiders van de kleine en middelgrote bouwondernemingen hebben iets meer vertrouwen dan voor de zomer maar er zijn er nog altijd meer die de bouwconjunctuur als ongunstig beoordelen.

bouwbarometer verbetert maar slechts héél langzaam

De deelindices die de economische activiteit bij de Vlaamse bouwkmo’s meten, noteren wat beter dan in het vorige kwartaal. 30% van de Vlaamse bouwkmo’s heeft nu meer werk, 17,9% minder. 6 op 10 verwacht in de eerstvolgende weken weinig verandering in het aantal opdrachten. Ook de orderboekjes blijven zowat even ver in de tijd gevuld als in juni. In vergelijking met vorig jaar zien we wel een duidelijke verbetering. 42% heeft nu nog een volgeboekte agenda voor 3 tot 6 maanden en 11% voor 6 tot 9 maanden terwijl dat in dezelfde periode van 2014 37% en 9% was. 6% zit nog goed voor meer dan 9 maanden. Vorig jaar had 47% nog maar werk voor minder dan drie maanden.

De prijzen die de aannemers voor hun werk kunnen aanrekenen, zijn volgens 29% gedaald. 22% verwacht bovendien een verdere verslechtering van de prijzen in de komende maanden. De oorzaak is niet ver te zoeken. De concurrentie blijft erg scherp. 36% van de bouwbedrijven geeft aan dat de concurrentiedruk nog verzwaard is. Slechts 4% ziet een verbetering. 24% kampt met een hoger aantal slechte betalers. Slecht voor de winstgevendheid, die volgens een op vijf zaakvoerders verminderd is terwijl 16% van een verbetering spreekt. 44% zegt met winstgevende prijzen te werken. De helft draait break-even en de overige 6% met verlies.

De werkgelegenheid in de bouwsector staat al een hele tijd onder druk. Ten opzichte van het vorige kwartaal werkt vandaag opnieuw 11% van de ondervraagde bouwondernemingen met minder personeel. 15% denkt eraan in de toekomst extra mensen aan te werven. 12% verwacht dat het er nog minder zullen zijn. Een effectieve aanpak van de sociale fraude en dumping én een substantiële loonlastenverlaging – de gezamenlijk bouwsector dringt aan op een loonlastenvermindering van 6 euro per uur (voor de werkgever – de werknemer blijft uiteraard evenveel verdienen) - zijn broodnodig om de werkgelegenheid in de bouw op peil te houden.

Ook interessant