Nieuwbouw

Bouwbarometer stijgt maar blijft in het rood

De Bouwbarometer die Bouwunie elk kwartaal publiceert, stijgt het tweede kwartaal met 19 indexpunten tot 98,2. De gezonde grens van 100,0 waar optimisten en pessimisten elkaar in evenwicht houden, komt een stapje dichter. Dat betekent dat de zaakvoerders van de Vlaamse bouwkmo’s de bouwconjunctuur positiever inschatten. Ze hebben vooral betere vooruitzichten voor het werkvolume in de woningmarkt, vooral in de renovatie. Maar de problemen van sociale dumping en oneerlijke concurrentie van en met buitenlanders blijven de bouwsector teisteren. De tewerkstelling kalft maand na maand verder af en de rendabiliteit van de bouwkmo’s staat onder druk. Overleven? Ja, desgevallend met minder werkkrachten. Maar reserves opbouwen en investering? Daar is geen geld voor.

De bouwbarometer blijft in het rood maar in juni stijgt hij wel voor het tweede kwartaal op rij, om te landen op 98,1 indexpunten. De gemiddelde score van deze eerste jaarhelft (97,2) ligt duidelijk hoger dan die van de voorbije 3 jaar (95,7). De bedrijfsleiders van de kleine en middelgrote bouwondernemingen hebben dus meer vertrouwen. De 100,0 is wel nog altijd niet bereikt of overschreden. Dat betekent dat er bij het beoordelen van de bouwconjunctuur nog altijd meer bouwondernemers in het kamp van de pessimisten zitten dan in dat van de optimisten.

Vlaamse bouwbarometer

Orderboekjes beter gevuld en verder in de tijd gevuld

38% van de Vlaamse bouwkmo’s heeft nu meer werk dan in het vorige kwartaal terwijl 20% nog altijd minder werk heeft. Dit is duidelijk beter dan in de lente toen 35% minder en 25% meer opdrachten had. Ook de verwachtingen voor de eerstvolgende maanden zijn beter. 22% verwacht een stijging van het werkvolume en 19% ziet zich minder opdrachten uitvoeren. De orderboekjes zijn beter gevuld. In vergelijking met twee jaar geleden hebben meer bouwkmo’s nog voor langere tijd opdrachten in hun planning gezet. 45% heeft nog een volgeboekte agenda voor 3 tot 6 maanden en 12% voor 6 tot 9 maanden (in dezelfde periode van 2013 was dat 34% en 13%). 7% zit nog goed voor meer dan 9 maanden (2 jaar geleden was dat maar 4%).

“De bouwsector is vandaag de dag iets optimistischer over het werkvolume nu en in de toekomst maar er is nog lang geen sprake van een heropleving”, benadrukt Hilde Masschelein gedelegeerd bestuurder van Bouwunie.

Vlaamse bouwbarometer: orderboekjes

Werkgelegenheid in de bouwsector kalft verder af

De werkgelegenheid in de bouwsector staat al een hele tijd onder druk. Ten opzichte van het vorige kwartaal werkt vandaag 12% van de ondervraagden met minder personeel.

De Vlaamse bouwbedrijven stellen maand na maand minder bouwvakarbeiders tewerk. En de afkalving lijkt steeds sneller te gaan. Op drie jaar tijd gaat het om maar liefst meer dan 9.000 arbeidsplaatsen. In de eerste vier maanden van 2015 gingen 2.500 jobs verloren!

“Dit is een zware tol voor de bouwsector”, zegt Hilde Masschelein “en een zoveelste teken dat er dringend nood is aan een substantiële loonlastenverlaging en een effectieve aanpak van de sociale fraude en dumping. Alleen op die manier kan de werkgelegenheid in de bouw op peil gehouden worden.”

Vlaamse bouwbarometer: werkgelegenheid

Prijzen staan onder druk, winstgevendheid vermindert verder, investeringen blijven achterwege

De prijzen die de aannemers voor hun werk kunnen aanrekenen, verbeteren niet. Ze zijn volgens 36% gedaald. 1 op 3 verwacht bovendien een verdere verslechtering van de prijzen in de komende maanden. De concurrentie blijft erg scherp. 30% van de bouwbedrijven geeft aan dat de concurrentiedruk nog verzwaard is. Slechts 8% ziet een verbetering. 27% kampt met een hoger aantal slechte betalers. Slecht voor de winstgevendheid, die volgens een kwart van de zaakvoerders verminderd is. 45% zegt met winstgevende prijzen te werken. De helft draait break-even en de overige 5% met verlies. Winst maken en reserves aanleggen is nochtans noodzakelijk voor de financiële gezondheid en dus het overleven van een onderneming.

Van de ondervraagde bouwbedrijfsleiders die geen investeringen plant, geeft 45% als reden daarvoor op dat ze geen of minder middelen hebben om te investeren. 43% vreest daardoor in de problemen te komen en nog eens 21% zegt niet echt te weten wat dit op langere termijn voor het bedrijf gaat betekenen.

“Dit is nefast voor de toekomst van onze Vlaamse bouwkmo’s, wie onvoldoende kan investeren, kan onvoldoende zijn toekomst veilig stellen.”, benadrukt Hilde Masschelein.

Ook interessant