Nieuwbouw

Betonkernactivering: wat, hoe en waarom?

In het licht van de evolutie naar energie- efficiënte, energieneutrale of zelfs volledig passieve woningen en de naderende 2020-deadline, die onder andere stipuleert dat nieuwe woningen vanaf dan energieneutraal moeten zijn, zetten bouwheren, studiebureaus, aannemers en architecten steeds meer in op geavanceerde energetische technieken. Eén van de technieken die in ons land gestaag aan een opmars bezig is, is betonkernactivering. Omdat nog lang niet alle professionals er ervaring mee hebben, zoeken we in dit artikel uit wat het systeem precies inhoudt en wat de voor- en nadelen ervan zijn.

Wat is betonkernactivering en hoe werkt het?

Betonkernactivering, de term op zich beantwoordt al een beetje onze vraag. Beton is een materiaal met een erg dichte massa, oftewel een erg dichte kern. Bij betonkernactivering ‘activeert’ men deze massa door ze op strategische momenten warmte of koelte te laten opslaan en afgeven. Ze doet met haar grote dichtheid dienst als buffer tegen te hoge of te lage buitentemperaturen en zorgt ervoor dat de binnentemperatuur er op geen enkele manier door beïnvloed wordt. Je kan zelf makkelijk bepalen of het systeem je gebouw verwarmt of koelt, wat door de thermische inertiekwaliteiten van de betonmassa bovendien op een erg gespreide en dus aangename manier gebeurt. De techniek van betonkernactivering is in feite gebaseerd op oude gebouwen met een grote massa (zoals kerken en kathedralen) die in de zomer altijd aangenaam koel zijn, terwijl het er in de winter nooit ontzettend koud is.

Maar hoe wordt deze betonmassa nu precies verwarmd of gekoeld? Heel simpel: tijdens het storten van het beton legt men tussen twee gietsels enkele leidingen waardoor men – eens het gebouw in gebruik genomen is – water laat stromen. Wanneer het water warmer is dan de ruimtetemperatuur wordt het gebouw verwarmd, wanneer het kouder is start de koeling. De thermische energie wordt op die manier opgeslagen in en afgegeven door de vloeren en de plafonds. Aangezien dit enkel met water van zeer gematigde temperaturen mogelijk is en de straling uitermate ‘gespreid’ plaatsvindt, kan de verwarming en de koeling erg goedkoop gebeuren.

Geen extra investeringskost

In tegenstelling tot vloerverwarming (waar de warmte enkel naar boven afstraalt) zorgt betonkernactivering voor een warmteafstraling naar boven én beneden. Dit levert je heel wat meer rendement op. Bovendien kan de techniek verwarmen en koelen tegelijk, wat volgens ingenieur-architect Saskia Wouters (Rehau) een grote troef is. “Wanneer een bouwheer beslist om een duurzaam pand te laten optrekken, denkt hij in eerste instantie aan een efficiënte isolatie. Maar hij staat er niet bij stil dat de koelbehoefte daardoor stijgt, gewoonweg omdat de warmte in het gebouw blijft. Afhankelijk van de interne warmtelasten en de oriëntatie van het gebouw is dit al nodig vanaf het moment dat de buitentemperatuur 12°C bedraagt. Vaak denkt men hierbij dan aan luchtkoeling, maar deze techniek is veel minder efficiënt dan betonkernactivering in combinatie met geothermie. Enkel deze laatste oplossing zal het verwachte rendement opbrengen zonder het milieu te belasten.

“Betonkernactivering vraagt bovendien geen extra investering, integendeel: het is zelfs goedkoper dan traditionele systemen zoals vloerverwarming, stookketels, conventionele aircosystemen, enz.” licht Veronique Houben van Airdeck toe. “Betonkernactivering vereist in tegenstelling tot de gewone airconditioningsystemen nauwelijks onderhoud. Als je betonkernactivering dan ook nog eens aan geothermie koppelt, kan dit leiden tot een forse reductie van je energiekosten. Ten opzichte van een gebouw met traditionele verwarming en airco kan je maar liefst negentig procent besparen! Natuurlijk vereist geothermie wel een serieuze investering, maar dan nog zijn terugverdientijden tot drie jaar haalbaar!”

Lees verder op Architectura.be