Dirk Van Mechelen (VLD), die donderdag de eed aflegde als Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening, heeft al meteen de opdracht de 'bouwamnestieregeling' uit de vorige legislatuur bij te sturen. Het decreet dat de spons veegt over lichte bouwmisdrijven uit het verleden, maar zware en recente misdrijven strafbaar stelt, is volgens het Arbitragehof op diverse punten strijdig met het grondwettelijke wettigheids- en gelijkheidsbeginsel.
Na lange en moeizame onderhandelingen tussen de paars-groene meerderheidspartijen, veegde het vorige Vlaams Parlement met het decreet van 4 juni 2003 de spons over de duizenden lichte bouwmisdrijven die de voorbije decennia in Vlaanderen werden begaan. Meer bepaald voerde het decreet een verjaringstermijn van 5 jaar in. Alleen zware bouwmisdrijven kunnen niet verjaren. Bovendien is de rechter verplicht om bij de bestraffing van misdrijven die vóór 1 mei 2000 werden begaan, het advies te volgen van de nieuwe Hoge Raad voor het Herstelbeleid en kan hij, naast een geldboete, als herstelmaatregel de betaling eisen van de meerwaarde die het gebouw door illegale werken eraan gekregen heeft.
Verjaren
Naar aanleiding van rechtszaken voor de correctionele rechtbanken van Gent en Dendermonde, kreeg het Arbitragehof de prejudiciële vraag voorgelegd of de 'amnestieregeling' niet strijdig is met het wettigheidsbeginsel (dat zegt dat de wet duidelijk moet bepalen welke daden strafbaar zijn) en gelijkheidsbeginsel. Het Arbitragehof oordeelde donderdag dat dit inderdaad het geval is.
