Aanwezigheidsregistratie wordt boetemachine

De Confederatie Bouw heeft grote bezwaren bij het huidige wetsvoorstel voor de invoering van een elektronische aanwezigheidsregistratie op bouwwerven. Het regeringsvoorstel transformeert een eenvoudig basisidee tot een logge administratieve procedure. Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw: “We evolueren in de richting van een boetemachine waarbij de bonafide bedrijven de rekening zullen betalen en het voorstel zijn doel voorbijschiet: de strijd tegen ondernemingen die de regels niet respecteren.”

De regering wil vanaf 1 april 2014 een elektronische aanwezigheidsregistratie verplichten op bouwwerven van 800.000 € en meer. Het probleem is niet de registratie op zich. De Confederatie Bouw heeft immers zelf voorstellen in die richting gedaan. Ze wil graag een specifieke bouwbadge invoeren, een elektronische kaart die zowel de registratie als heel wat andere informatie kan bevatten (als opleidingspas of toegangsbewijs bijvoorbeeld). De bouwbedrijven willen meewerken aan het initiatief van de regering, maar hopen op een win-winsituatie. De complexiteit van het huidige regeringsvoorstel doet bij onze bedrijven de vrees ontstaan dat zij de boetes zullen betalen bij een verkeerde toepassing, terwijl malafide bedrijven door de mazen van het net zullen glippen.

De Confederatie Bouw heeft een heel aantal vragen bij de technische uitwerking van het systeem. Zo is het de bedoeling dat de registratie kan gebeuren met de e-ID. Maar wat gebeurt er indien de e-ID van de arbeider niet meer werkt of verloren is? Hoe snel kan die worden vervangen? Buitenlandse werknemers en zelfstandigen zullen een QR-code krijgen. Maar zo’n code is perfect te kopiëren. En hoe gebeurt de registratie op werven waar verschillende bouwdirecties aanwezig zijn? Of bij wegenwerken op een werf van verschillende kilometers lang?

Het wetsvoorstel roept dus nog veel vragen op. Maar het zijn vooral de sancties de enorm zwaar zijn, zelfs wanneer er geen fraude werd vastgesteld. Bij een verkeerde registratie loopt de factuur al snel op: tot 600 € voor de medewerker, 6.000 € per medewerker voor de betrokken werkgever en nog eens 6.000 € per medewerker voor de hoofdaannemer. Zo’n boetemachine is natuurlijk enorm frustrerend voor bedrijven die wel volgens de regels willen werken en schiet bovendien zijn doel voorbij.

De Confederatie Bouw vraagt dus dat de overheid een doeltreffend sanctiebeleid uitwerkt dat echte fraude straft, oneerlijke concurrentie aanpakt en zich niet toelegt op het sanctioneren van bonafide bedrijven die een vergissing begaan. De werkgevers pleiten er ook voor dat de badge die het Fonds voor Bestaanszekerheid van de sector kan uitgeven (en waarvoor momenteel een proefperiode loopt op een aantal werven) als officieel registratiemiddel zou worden erkend. Tot slot vragen zij de afschaffing van de verplichting om bij openbare werken een dagelijkse lijst bij te houden van werknemers op een bouwplaats omdat aan deze verplichting met de registratie zal worden voldaan.

Robert de Mûelenaere: “Wij moeten op zoek gaan naar de meest efficiënte methode om zwartwerk, sociale fraude, uitbuiting en mensenhandel tegen te gaan. De elektronische aanwezigheidsregistratie zoals ze nu voorligt, voldoet volgens ons niet.”