Algemeen

Aannemers proberen rechter te ontlopen

De aannemerij haalt alles uit de kast om de rechter onbevoegd te verklaren in de juridische afwikkeling van de bouwfraude. Bouwondernemingen willen koste wat kost claims van benadeelde opdrachtgevers voor de Raad van Arbitrage uitvechten.

In de Haagse rechtbank, waar de claim van zuiveringschap Hollandse Eilanden en Waarden tegen achttien bouwers diende, bleek dat de aannemerij alles uit de kast haalt om de rechter onbevoegd te verklaren in de juridische afwikkeling van de bouwfraude.

Het is de allereerste rechtszaak die inhoudelijke wordt gevoerd naar aanleiding van de bouwfraude. Komende weken staan ook zaken op de rol bij de rechtbanken van Groningen en Arnhem.
Het zuiveringschap vordert 1,4 miljoen euro van de bouwers die in 1996 betrokken waren bij de aanbesteding van een afvalwaterzuivering in Hellevoetsluis. Uit de schaduwboekhouding van Koop Tjuchem blijkt dat daarbij illegale prijsafspraken zijn gemaakt door onder andere BAM, TBI, VBK Hoorn, Hegeman, Ballast Nedam, Midden Betuwe, Welling, Koop Tjuchem, Aan de Stegge en het Duitse Strabag.
Tot een bespreking van de claim kwam het gisteren evenwel niet. De bouwers vinden dat de rechter niet bevoegd is om de ruim duizend ingediende bouwfraude-claims te behandelen. Zij eisten dan ook dat rechtbankvoorzitter B. Punt de zaken doorschuift naar de Raad van Arbitrage.
“De opdrachtgevers hebben de claims vorig jaar zelf aanhangig gemaakt bij de arbitrageraad. De bouwbedrijven hebben er nu recht op dat ze daar ook behandeld worden”, voerde een legertje advocaten namens de aannemers aan. Zij achten de arbiters vanwege hun deskundigheid van de bouw bij uitstek geschikt voor beoordeling van de claims.
Volgens landsadvocaat M. van Rijn, die het zuiveringschap bijstaat, moet juist de burgerrechter zich buigen over de vorderingen van opdrachtgevers. Het gaat in de bouwfraude immers om overtredingen van de mededingingswet, betoogde Van Rijn. “Pure aanbestedingsgeschillen horen thuis bij de Raad van Arbitrage, maar dit zijn mededingsingszaken. Die moet de rechter behandelen.”
De bouw heeft volgens hem altijd geweten dat de bouwfraude voor de civiele rechter zou worden gebracht. De zaken zijn destijds echter uit voorzorg eerst ingediend bij de Raad van Arbitrage. De rechtbank zou zich immers onbevoegd kunnen verklaren. In dat geval kunnen de opdrachtgevers terugvallen op de Raad. Behalve het zuiveringschap hebben inmiddels ook een zestigtal gemeenten, samenwerkend in de stichting Regres, en het Rijk procedures aangespannen bij de overheidsrechter.
Waarom de bouw alles op alles zet om de rechter te ontlopen, wilden de achttien aannemers na afloop van de rechtszaak niet kwijt. Wel lieten zij doorschemeren de bevoegdheidskwestie eventueel tot aan het hoogste rechtscollege aan te zullen vechten. Benadeelde opdrachtgevers vermoeden daarom dat de bouw de juridische procedures vooral willen rekken, in de hoop dat een aantal claimers op den duur zal afhaken.
Build for Life