Algemeen

Aannemer na vier jaar strijd vrijgesproken

Celstraf en boetes hingen L. Glaser boven het hoofd. De aannemer uit Overasselt werd op een morgen in april 2000 verrast door een inval van de FIOD. Na vier jaar strijd is de aannemer onlangs in het gelijk gesteld.

Glaser weet het nog precies. “Om kwart voor negen ’s morgens werd er aangebeld. Een hele rits mannen stond op de stoep. De rechter-commissaris, twee politieagenten, de officier van justitie en een computerdeskundige met huiszoekingsbevel. Alles hebben ze meegenomen. Mijn computers, alle papieren, de hele boekhouding en zelfs mijn elektrische schrijfmachine.”

Circa 2 miljoen euro omzet zou Glaser te weinig hebben opgegeven aan de Belastingdienst en met de afdracht van premies voor zijn personeel zou hij hebben gesjoemeld.

De bedrijfsvereniging UWV maakte een correctienota op van ongeveer 2 ton. De Belastingdienst maakte een heffing op voor niet betaalde loonbelasting van 250.000 euro. En Glaser ontving nog een navordering inkomstenbelasting van 45.000 euro.

Een paar maanden bleef het stil. Toen werd Glaser uitgenodigd op het politiebureau om te worden gehoord door de UWV en de Belastingdienst. Twee nachten en drie dagen heeft hij doorgebracht in de cel. “Ik was nog voor geen enkele rechter verschenen, maar voor het UWV en de Belastingdienst was ik al veroordeeld.”

“De crux bij administratief recht”, legt mr. R. Beune van Jaegers & Soons Advocaten-Belastingdeskundigen uit Nijmegen uit, “is dat de bewijslast anders ligt dan bij het strafrecht waar je pas kunt worden veroordeeld als het bewijs onomstotelijk vaststaat. Bij administratief recht mag de Belastingdienst gewoon een naheffingsaanslag opleggen. Het is dan aan de verdachte/belastingplichtige het tegendeel te bewijzen.”

Beune doet niets anders dan dit soort zaken. “Er gaat geen dag voorbij of de FIOD doet wel ergens een inval”, aldus de advocaat.

De effecten van de aanhouding en verdenking waren direct merkbaar voor Glaser. Van het goedlopende constructiebedrijf, dat als onderaannemer veel werd ingehuurd door grotere bouwbedrijven, is vrijwel niets meer over. Van de 37 werknemers, zijn er twee over. Glaser: “Bouwvakkers werden op de bouwplaats gehoord. Opdrachtgevers zien dat. Gaan met andere aannemers in zee. Mijn werknemers waren bang hun salaris niet meer te ontvangen. Van de bank kreeg ik geen voorfinanciering meer en grote stappen kon ik niet meer maken. Die Glaser, daar is iets mee, dacht men alom.”

Drie jaar na de inval hoorde Glaser op 24 april vorig jaar de uitspraak: acht maanden gevangenisstraf. Glaser ging in beroep. Als antwoord op het bezwaar dat Glaser intussen had aangetekend tegen de correctienota van de UWV, gaf het instituut ineens toe dat het te voorbarig had geconcludeerd dat er iets niet deugde in de boekhouding van Glaser. Het bezwaar werd gehonoreerd en was van tafel.

Een belangrijk onderdeel van de bewijsvoering was zo voor de rechter weggenomen. In het hoger beroep oordeelde de meervoudige kamer voor strafzaken in Arnhem onlangs dat het onderzoek geen strafbare feiten oplevert. Het Openbaar Ministerie legde zich ook bij de zaak neer door geen cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.

De nachtmerrie is voorbij. En nee, het heeft Glaser niet klein gekregen. “Ook al is het goed dat ik niet van tevoren wist dat het vier jaar zou duren.” De kosten van de rechtszaak kan Glaser verhalen, maar of de schade die zijn bedrijf heeft geleden, is terug te vorderen, is nog maar de vraag. Tweeënhalf jaar is Glaser zijn computers kwijt geweest. De Belastingdienst/FIOD kon ze niet meer vinden. Mijn schrijfmachine is nooit meer boven water gekomen. Daar ga ik nog werk van maken”, grapt de aannemer.
Build for Life