Woonleningen

Aanhoudend lage hypotheekrente zorgt voor verdere stijging van huizenprijzen

Aanhoudend lage hypotheekrente zorgt voor verdere stijging van huizenprijzen
Hoewel de hypotheekrente sinds het dieptepunt van begin oktober de afgelopen maanden weer licht is gestegen, is de verwachting dat de rentes in de komende periode nog op een zeer laag niveau blijven. Ondanks de fors stijgende inflatie die kan zorgen voor een opwaartse druk op de rente, gaat De Hypotheker ervan uit dat deze inflatie een tijdelijk karakter heeft. Per saldo verwacht zij in de komende periode een gelijkblijvend niveau van de korte hypotheekrente en een gelijkblijvend tot licht stijgend niveau van de lange hypotheekrente in Nederland. Dit zal mede bijdragen aan een verdere stijging van de huizenprijzen, al zal dit naar verwachting minder fors uitpakken dan in 2021.

“De hypotheekrente is in de afgelopen maanden licht gestegen, in lijn met de hogere rente op staatsleningen, die tot hogere financieringslasten voor banken leidt. Een extra trigger was daarnaast het besluit van de Nederlandsche Bank dat banken grotere kapitaalbuffers moeten aanhouden als zij hypotheken verstrekken. Dit leidt tot hogere kosten en dit berekenen banken door in de hypotheekrentes”, vertelt Michel van den Akker, directievoorzitter van De Hypotheker. Hij verwacht dat de stijging van de hypotheekrente vooralsnog beperkt blijft, mede gezien het ruime monetaire beleid van de Europese Centrale Bank, dat de officiële rentetarieven voorlopig ongemoeid zal laten. “Mede vanwege de aanhoudend lage hypotheekrente houden we in het komende jaar rekening met een verdere stijging van de huizenprijzen, hoewel de gemiddelde prijsstijging minder fors zal uitpakken dan in 2021. De lage rente biedt kansen voor huizenbezitters die hun hypotheek willen oversluiten of een hypotheek willen aanvragen voor de verduurzaming of verbetering van hun woning”, aldus Van den Akker.


Rentevaste periode van 10 jaar met NHG laat sterkste stijging zien

Het verschil in het rentetarief voor hypotheken met en zonder NHG is – door de flinke concurrentie op de hypotheekmarkt - het afgelopen jaar afgenomen. Het verschil tussen de gemiddelde rentestand voor rentevaste periodes met NHG en zonder NHG is nu circa 0,5 procent. Geldverstrekkers richten zich met name op het segment zonder NHG, omdat - door de explosief stijgende huizenprijzen - bij de overgrote meerderheid van de hypotheekaanvragen geen sprake is van NHG. De gemiddelde 20-jaarsrente met 100 procent marktwaarde staat op dit moment op 1,92 procent en is hiermee gestegen ten opzichte van september (+0,07 procent). De gemiddelde 20-jaarsrente met NHG staat nu op 1,41 procent (+0,03 procent ten opzichte van vorig kwartaal). De gemiddelde 30-jaarsrente met 100 procent marktwaarde is op dit moment 2,11 procent en is hiermee ook licht gestegen ten opzichte van september (+0.04 procent). Met NHG is de gemiddelde 30-jaarsrente nu 1,58 procent (+0,01 procent ten opzichte van vorig kwartaal). De gemiddelde 10-jaarsrente met 100 procent marktwaarde laat eenzelfde beeld zien ten opzichte van september (+0,02) en staat nu op 1,51 procent. De grootste stijging van de gemiddelde hypotheekrente is de 10-jaarsrente met NHG. Met 1,09 procent ligt deze iets hoger (+0,09 procent) dan het laagste punt van dit jaar dat in september werd bereikt (1,00 procent).

Meeste hypotheektarieven gelijkblijvend tot licht stijgend

Hoewel grote delen van de wereldeconomie van het slot zijn gegaan, verloopt het economische herstel met horten en stoten. Zo stokken leveranties uit Azië vanwege lokale lockdowns, is er een gebrek aan olie en gas en zijn er tekorten aan schepen en zeecontainers. Op korte termijn is de inflatie in de eurozone hierdoor sterk gestegen: van 0,3 procent eind 2020 naar 4,1 procent in oktober 2021. Een hoge inflatie kan zorgen voor een opwaartse druk van de rente. De Europese Centrale Bank (ECB) gaat er echter van uit dat de hoge inflatie een tijdelijk karakter heeft. De groeiende werkgelegenheid en overtollige productiecapaciteit zwakken de inflatie uiteindelijk af. Zodra de effecten van tijdelijke factoren op de inflatie afnemen, zullen structurele factoren weer de overhand krijgen. De verwachting is dat de ECB haar opkoopbeleid van obligaties voorlopig zal continueren. Onder deze omstandigheden verwacht De Hypotheker in de komende periode een gelijkblijvend niveau van de korte hypotheekrente en een gelijkblijvend tot licht stijgend niveau voor de lange hypotheekrente.

Ook interessant