Algemeen

Spectaculaire verbouwing Amsterdamse schouwburg

De Stadsschouwburg Amsterdam wordt spectaculair uitgebreid en gerenoveerd. Het totale project kost 30 miljoen euro en neemt ongeveer drie jaar in beslag.

Aan de ingrijpende verbouwing van de Stadsschouwburg Amsterdam is een lange weg voorafgegaan.

De uitbreiding omvat onder meer een nieuwe vlakke vloerzaal van 19 bij 29 meter, met 550 tot 850 zitplaatsen. Het gisteren gepresenteerde ontwerp van architect J. Klinkhamer voorziet verder in nieuwe repetitiezalen, ateliers en kantoren. Deze nieuwbouw die halverwege volgend jaar begint, komt tegen de achterkant van het huidige toneel van de Stadsschouwburg aan.
Het ontwerp voorziet tevens in een uitbreiding van The Max, de grote concertzaal van de Melkweg, die daardoor een verbinding krijgt met de Stadsschouwburg. Bovendien vindt een ingrijpende renovatie plaats van de entree en voorgebouw van de schouwburg aan het Leidseplein. Zo zal de oorspronkelijke entree deels worden teruggebracht. Zeven authentieke deuren van de schouwburg worden heropend. De oude ingangshallen voor het tweede en en derde balkon (nu in gebruik als Ticketshop en Theatre Bookshop) worden samengetrokken met de centrale hal waardoor een nieuw multifunctioneel publieksruimte ontstaat: de Stadsfoyer.

Lange weg
Aan de ingrijpende verbouwing is een lange weg voorafgegaan. De uitbreidingsplannen zijn een gezamenlijk initiatief van Stadsschouwburg Amsterdam, Toneelgroep Amsterdam en de Melkweg. Architect Jim Klinkhamer noemt de confrontatie van oud en nieuw “gewaagd”.
De toekomstige uitbreiding komt 60 meter achter de entree van de Stadsschouwburg. Medio 2004 begint de nieuwbouw. De Amsterdamse gemeenteraad stelde in 2001 al een begrotingsbedrag van rond de 30 miljoen euro beschikbaar.
Volgens architect J. Klinkhamer van het Amersfoortse bureau Jonkman en Klinkhamer snijdt het mes met de bouw van een nieuwe toneelzaal met foyer, twee repetitieruimtes, kantoren, werkplaatsen en een uitbreiding voor poppodium de Melkweg aan twee kanten. “Met dit concept wordt de toekomstwaarde van zowel Stadsschouwburg als Melkweg vergroot. De schouwburg breidt uit boven de Melkweg en de Melkweg breidt uit in het onderhuis van de schouwburg. De capaciteit van Melkwegzaal The Max wordt daarmee vergroot van 1000 naar 1450 personen.
De nieuwbouw, waarvoor aan de achterkant alle niet-monumentale panden met repetitiezalen, kleedkamers en bedrijfsruimten worden gesloopt en een pand moest worden aangekocht, komt weliswaar pal achter de Schouwburg maar staat daar wel los van. “Een dubbele glazen wand komt op 1,50 meter van de bestaande schouwburg. Tussen de glazen platen komt een luchtspouw van 90 centimeter om geluidsoverdracht tegen te gaan. De nieuwe zaal biedt daardoor zicht op de gevel van het oude toneelhuis.”
De twee repetitiezalen voor het huisgezelschap Toneelgroep Amsterdam komen op de bovenste verdieping en onder de nieuwe zaal. Tussen de verschillende gebouwdelen moeten luchtspouwen van 30 centimeter voldoende afscherming bieden volgens de akoestische inbreng van het bureau Dorsserblesgraaf.
De nieuwe vlakke vloerzaal meet 19 bij 19 bij 29 meter. Klinkhamer: “De nieuwe toneelvloer is een slag groter dan die van de huidige toneelzaal, een verschil van zo’n 2 meter in beide richtingen.

Flexibel
Het is een zaal waarmee een vurige wens van Toneelgroep Amsterdam in vervulling gaat. Flexibel voor allerlei toneelvormen door de mogelijkheid van mobiele tribunes. De eerste drie stoelenrijen kunnen plaatsmaken voor een orkestbak of een uitbreiding van de toneelvloer. Het vlakke vloertheater heeft een maximale capaciteit van 550-850 zitplaatsen of, bij evenementen 1000 staanplaatsen. De zaal wordt ook ontsloten vanuit de Melkweg, die er regelmatig concerten gaat programmeren.
De nieuwbouw wordt circa 6 meter hoger dan de oudbouw. “De nieuwe zaal komt boven het bestaande achtertoneel, de ruimte die nodig is om decors te wisselen, en ligt daardoor een bouwlaag hoger dan de oude zaal.” Het ietwat hellende dak ligt verlaagd tussen de ‘rib-achtige’ dragende spanten, om de gevel zo laag mogelijk te maken. Tussen de spanten zijn alle luchttechnische voorzieningen weggewerkt. “Eigenlijk heb je alleen vanaf de Overtoom en de Lijnbaansgracht goed zicht op de contouren” constateert de architect.
Beneden staat het gebouw in het water. “Het is een uitkragend gebouw op een smalle voet die circa 4 meter wordt teruggeplaatst van de kadelijn. Het bureau D3BN leverde de constructeurs om het krachtenspel van de zwaar overhangende volumes te berekenen, want de nieuwe zaal en foyer kragen uit over de Melkweg en de Lijnbaansgracht.”
De onderste verdiepingen aan de Lijnbaansgracht krijgen een glazen gevel. In de traphal met lift is de bestaande buitengevel van de Melkweg opgenomen. “Het is een confrontatie van oud en nieuw. Het moeilijkste was de stedenbouwkundige inpassing van het grote programma in de historische binnenstad in combinatie met een dwingende logistiek van alle functionele ruimtes. Een Chinese puzzel. De kwaliteit van de stedelijke ruimte rondom vormde een van de hoofddoelen van het ontwerp. Aan de Lijnbaansgracht ontstaat doordat de lagere delen terugliggen een luchtiger straatprofiel met een grote mate van transparantie.”
Het laden en lossen gebeurt straks in de Marnixstraat. Daar komen twee truckliften voor het transport van decors en rekwisieten naar de oude en nieuwe zaal.

Vesting
De toegang tot de nieuwe zaal vindt plaats via de hoofdingang en de trappen van de oude schouwburg en een, in het zijtoneel van de schouwburg op 6 meter hoogte aan te brengen, gang.
Voor de gevelbekleding heeft Klinkhamer zich laten inspireren door de kleurrijke werking van textiel. De gevel wordt vanaf 12 meter hoogte voorzien van bruinrood metallic gecoate, horizontaal werkende aluminium golfplaten. In combinatie met verticaal hangende grijsblauwe geperforeerde profielplaten zal de gevel ‘spelen’ afhankelijk van licht en zichthoek, vergelijkbaar met changeant stof.
Ook de gesloten oudbouw moet een opener karakter krijgen. De begane grond van de schouwburg ondergaat een ingrijpende verbouwing. “Door de oorspronkelijke 2e klas-ingangen op de diagonalen, die geen enkele verbinding met het centrale ingangsgebied hadden, bij de centrale hal te betrekken ontstaat een grote, circa 35 meter brede, open publieksruimte met ingangen aan alle zijden. Deze zogenoemde Stadsfoyer loopt door naar de omloop rond de centrale vide op de verdieping en naar het Ajaxbalkon, dat ‘s zomers openbaar toegankelijk wordt. De 1e en 2e klas trapsystemen worden vervolgens op zaalniveau met elkaar gekoppeld. Door deze opwaardering moet de oude Stadsschouwburg veranderen van een vesting in een open en toegankelijk gebouw.”
De Stadsschouwburg blijft gedurende de werkzaamheden open.
Build for Life