Zwembaden en (zwem)vijvers

Zwembadje onder de laser

Tijdens een hete zomerse dag maakt de airco’s in kantoorpanden overuren. Zonde van alle energie, vindt waterbouwkundige dr.ir. Olivier Hoes van Civiele Techniek en Geowetenschappen.
Volgens Hoes doen steden er goed aan om bij de bouw van kantoorparken te zorgen voor vijvertjes tussen de gebouwen. “Op een hete windstille dag kunnen die misschien wel voor twee of drie graden Celsius verkoeling zorgen.”

Om dit te testen heeft hij samen met Deltares een zwembadje vol slootwater neergezet op een geasfalteerd terrein van Gemeentewerken Rotterdam. Aan een hoogwerker heeft hij een lange glasvezelkabel gehangen die zigzaggend het luchtruim boven het badje bestrijkt. Op ingenieuze wijze meet hij hiermee de temperatuur in de luchtkolom.
Een laser schiet lichtpulsjes door de glasvezelkabel”, legt Hoes uit. “Doordat het glas niet helemaal zuiver is, reflecteert het licht hier en daar een beetje. Welke golflengtes het meeste reflecteren is afhankelijk van de temperatuur. Sensoren meten de golflengtes en daarmee de temperatuur.”

Of het zwembadje zoden aan de dijk zet, weet Hoes nog niet. Hij moet de data nog analyseren.

Maar was het niet beter geweest om het zwembad echt in de stad te zetten? “Inderdaad”, zegt Hoes. “Maar de opstelling moest hufterproof zijn. We hebben hem een week lang laten staan om data te verzamelen.”

Het is niet de eerste keer dat Hoes deze techniek, het zogenaamde Distributed Temperature Sensing, toepast. Vorig jaar trok Hoes een glasvezelkabel van dertienhonderd meter door het regenriool van de wijk Blixembosch in Eindhoven. Hiermee ontdekte hij welke woningen per abuis hun buizen voor huishoudelijk afvalwater op het regenriool hadden aangesloten (een groot probleem in veel steden). Huishoudelijk afvalwater is warmer dan regenwater en daardoor te traceren.