Algemeen

Zaakvoerders Vlaamse bouw-kmo’s gematigd positief over eigen bedrijf

72% van de bedrijfsleiders van bouwkmo’s in Vlaanderen zouden terug starten met een bouwbedrijf indien ze vandaag opnieuw zouden kunnen of moeten beginnen. Het plezier om zelf iets te realiseren en de grote autonomie als zaakvoerder liggen aan de basis van hun werkvreugde. Dit blijkt uit een enquête van Bouwunie, de bij Unizo aangesloten Unie van het KMO-bouwbedrijf, bij 200 familiale bouwbedrijven. De administratieve rompslomp en de oneerlijke concurrentie temperen spijtig genoeg de feestvreugde. Deze factoren staan bovenaan de knelpuntenlijst van de Vlaamse bouwbedrijven. Het zijn meteen ook de belangrijkste redenen waarom slechts 63% van de ondervraagden zijn kinderen zou aanraden om een bouwbedrijf te starten of over te nemen.

De bouwsector kampt al jaren met een overdreven administratie. De overheid overlaadt de sector met allerhande regelgevingen. Zowel relaties met particuliere klanten als de Business-to-Business-relaties brengen extra papierwerk, zoals offertes en contracten, met zich. De aard, het belang en de risico’s van de bouw zorgen ervoor dat de sector onderworpen is aan heel wat regelgevingen en formaliteiten die op hun beurt weer papierwerk veroorzaken.

De strijd tegen de oneerlijke concurrentie, de afbouw van de administratieve rompslomp en de vereenvoudiging van regel- en wetgevingen zijn dan ook dé hoofdthema’s in het eisenprogramma van Bouwunie voor de nieuwe federale regering. Deze moet werk maken van een verhoging van de (officiële) activiteitsgraad in de bouwsector, de bestrijding van het zwartwerk en de illegale arbeid en de afschaffing of efficiëntere organisatie van een aantal overbodige formaliteiten. De bouwsector wil realisaties die op het terrein daadwerkelijk voelbaar zijn.
In totaal bevat het eisenprogramma van Bouwunie tien hoofdstukken waarin Bouwunie voorstellen formuleert om een aantal vastgestelde problemen of mistoestanden aan te pakken.

53% van de Vlaamse bouwbedrijfsleiders zijn nog niet bezig met de opvolging van hun bedrijf, zo blijkt voorts uit de Bouwunie-enquête. Van diegenen die daar wel al stappen voor hebben gezet, heeft 29% al een opvolger gevonden. Bij 27% gaat het om een familielid, meestal de zoon of dochter. De Vlaamse bouw-kmo’s zijn nog altijd vooral familiebedrijven.
Build for Life