Algemeen

Vrieskou legt buitenbouwwerken stil

De vrieskou en de sneeuw leggen de bouwwerken die buiten gebeuren stil. Het zijn dus vooral ruwbouwwerken, wegenwerken en grondwerken die nu niet kunnen gebeuren. Werken in een winddichte ruwbouw, afwerking, schilderwerken, plaatsen van de verwarming, ... lopen gewoon door.
Alle werven buiten liggen stil. Wanneer het vriest, kunnen een aantal werken niet uitgevoerd worden. Vooral metsen, betongieten en werken met machines zijn onmogelijk. Vorst doet vers gemetste stenen losvriezen, de watertoevoer van de mortelsilo kan niet vrijgehouden worden, de kwaliteit van eventueel toch uitgevoerd metselwerk is niet op niveau, machines staan vastgevroren zodat bij werken breuk vrijwel zeker is, ... Bovendien zijn sneeuw en ijs op de werf voor de arbeiders erg onaangenaam en zeer gevaarlijk, zeker in combinatie met werken op hoogte. De werken zullen pas hervat worden wanneer de werf opnieuw voldoende ontdooid is. Dat betekent dat het ook ’s nachts niet meer mag vriezen (of maar een klein beetje). Dat betekent ook dat de werven al zeker ook donderdag en vrijdag nog stilliggen en pas ten vroegste begin volgende week kunnen opstarten, tenminste als de weersomstandigheden het toelaten (d.i. geen vorst en geen sneeuw, maar bv. ook geen hevige regen of felle rukwinden).

Weerverlet

Door het vriesweer kunnen bouwbedrijven weerverlet inroepen. Weerverlet kan in de bouwsector worden ingeroepen bij vrieskou, maar ook bij te warme temperaturen, te veel regen of te veel wind. Het is de aannemer zelf die mag beslissen of er al dan niet gewerkt kan worden. Maar sommige buitenwerken, zoals metsel- of grondwerken, kunnen bij vrieskou hoe dan ook niet doorgaan. “Te koud om te werken” slaat niet alleen op de mensen (zelfstandigen en werknemers/arbeiders) maar ook op de materialen. Bepaalde werken kunnen niet uitgevoerd worden omdat het te koud is voor de materialen die nodig zijn. Wanneer het volledig onmogelijk is om het werk uit te voeren, roept de bouwwerkgever voor zijn arbeiders tijdelijke werkloosheid wegens “slecht weer” in (in dit geval wegens sneeuw of vriesweer). Deze arbeiders krijgen dan een werkloosheidsvergoeding.

Sommige bouwbedrijven maken van deze periode gebruik om hun arbeiders een winteropleiding te laten volgen of andere werkzaamheden uit te voeren zoals het onderhoud van machines. Dit zijn goede maar uiteraard ook maar tijdelijke oplossingen.
Voor wie wel nog aan het werk is, voorziet de wet dat de werkgever warme dranken ter beschikking stelt. Er moet aangepaste werkkledij zijn en werknemers die buiten werken, moeten zich bij tussenpozen kunnen gaan verwarmen in een lokaal. Deze regels gelden vanaf een temperatuur van minder dan +5 graden.

De deadlines voor bouwprojecten waarvan de uitvoeringstermijn in werkdagen is uitgedrukt, schuiven gewoon op.

De bouwbedrijven calculeren elk jaar een aantal vorstdagen in. De jongste tien jaar waren er elke winter gemiddeld 30 erkende vorstdagen (zie grafiek). De winter van 2009-2010 was uitzonderlijk streng. Toen waren er 48 erkende vorst- en sneeuwdagen.
Build for Life