Algemeen

Vlaamse aannemers zijn groeiende papierberg beu

De papierberg is de voorbije jaren alsmaar toegenomen. Voor de Vlaamse aannemers is de maat vol. De administratieve rompslomp moet teruggedrongen worden. Tal van beleidsverantwoordelijken zijn het hier al een hele tijd over eens. En er zijn al diverse voorstellen op allerhande tafels gelegd. Nacebo vraagt actie. Wanneer de overheid werk maakt van de afschaffing van een aantal overbodige formaliteiten of deze efficiënter organiseert, kan de tijd die de aannemer aan zijn administratie moet besteden, met een derde inkrimpen.

Wie vandaag de dag een onderneming wil starten of beheert, ziet zich geconfronteerd met een berg administratie waarvan de noodzaak niet altijd even duidelijk is. De aannemer – en dan vooral deze die personeel in dienst neemt of heeft – verliest heel wat van zijn nuttige tijd aan administratieve verplichtingen. 15%, zo blijkt uit een bevraging bij Nacebo-leden. Hij ervaart deze administratieve rompslomp meer en meer als een beperking van het vrij ondernemerschap. Vooral het nog maar eens invullen van alweer een ander formulier, om nog een keer te vragen wat de overheid al weet, werkt behoorlijk op de zenuwen en staat datgene in de weg waar het echt om gaat: tijd en geld vrijhouden om te ondernemen. Bovendien begint de concurrentie van personen of zelfs bedrijven die zich niets of weinig van deze formaliteiten aantrekken, steeds zwaarder te wegen. Een minimum aan formulieren zal wel altijd onvermijdelijk blijven. Maar aannemers opzadelen met papieren waarvan het nut niet eens is bewezen, blijft onaanvaardbaar.

De regering is voorzichtig begonnen met de afbouw van de administratieve papierberg. Niettegenstaande haar voornemen om tegen het einde van de legislatuur de administratieve lasten te doen dalen met 25%, verandert er in de dagelijkse praktijk voor de aannemer nog te weinig. De concretisering van de meeste maatregelen en voorstellen blijft uit. Vele plannen zitten nog maar in de droom- of beloftefase. De berg aan formulieren en reglementeringen waardoor aannemers zich moeten worstelen om te kunnen ondernemen, vergroot nog. Zo brachten in het laatste anderhalf jaar niet minder dan zes nieuwe reglementeringen bijkomende administratie voor de aannemer mee. De belangrijkste zijn de verplichting om bij elke prijsofferte een veiligheid- en gezondheidsplan en een prijsberekening te voegen, en om bij elk vervoer van een afvalstof – ook indien deze vervoerd wordt van de werf naar de eigen onderneming – een identificatieformulier te voegen. En het is nog niet gedaan. Vanaf februari volgend jaar moet de aannemer bij elke verplaatsing van grond, een technisch verslag en een bodembeheerrapport voegen. Niet dat al deze reglementeringen overbodig of nutteloos zouden zijn, maar ze veroorzaken wel bijkomende administratieve verplichtingen. De wet- of regelgever staat hier onvoldoende bij stil.

De tijd die aannemers besteden aan het vervullen van administratieve formaliteiten, kan volgens Nacebo met een derde inkrimpen wanneer de overheid werk zou maken van de afschaffing van een aantal overbodige formaliteiten of deze efficiënter zou organiseren. Nacebo zet haar belangrijkste voorstellen nog eens op een rijtje.

  • Aannemers besteden ettelijke uren aan het opmaken van offertes. Nutteloze uren indien de offerte niet tot een opdracht leidt. En dit zonder hiervoor enige vergoeding te krijgen. Nacebo wil een vaste vergoeding voor offertes. Deze kan na toewijzing van het werk als voorschot dienen.
  • De aannemer die meedingt naar een overheidsopdracht, moet bij het indienen van zijn offerte een hele resem administratieve documenten aanleveren om aan te tonen dat hij in aanmerking komt voor de opdracht. Zaken die de overheid kent, maar die verspreid zitten over verschillende diensten. Nacebo vraagt de ontwikkeling van een nationaal bijgehouden databank. Zo kunnen de overheden zelf controleren of de aannemer in regel is en moet deze niet telkens weer attesten aanvragen of kopieën opsturen.
  • De aannemer moet het opstarten van een werf aan minstens drie, maar meestal aan vier of vijf verschillende administraties melden. Eén gestandaardiseerd aangifteformulier, één centrale aangifte én een goede coördinatie en communicatie tussen de overheidsdiensten zou een enorme verbetering zijn. Een eerste stap hiervoor is weliswaar gezet met de elektronische werfmelding via de portaalsite van de sociale zekerheid. Dit zou de enige melding moeten worden. Andere meldingen (zoals aan lokale overheden) moeten hierop afgestemd worden. Nacebo bepleit ook het inbouwen van een plafond voor het melden van onderaannemingscontracten. De verplichting om élke werf te melden waarvoor de aannemer beroep doet op een onderaannemer, ongeacht de waarde van dit contract, bezorgt zowel de RSZ als de aannemer, nutteloze bijkomende administratieve verplichtingen.
  • Nacebo bepleit een vereenvoudigde regeling voor de veiligheidscoördinatie bij kleine projecten met beperkte veiligheidsrisico's. Nacebo stelt voor dat de architect vooraf de te nemen collectieve maatregelen kort beschrijft en hierover, alvorens de werken starten, een werfvergadering houdt met alle aannemers. Dit is een veel doeltreffender manier van werken (iedere partner is vanaf het begin betrokken bij de veiligheid op de werf) en bespaart tijd en geld (geen bijkomende persoon die twee boeken schrijft over de veiligheidsmaatregelen).
  • Alle beheerders van kabels en leidingen (zowel de overheid als privé-bedrijven) moeten volgens Nacebo komen tot het opstellen van een geïntegreerd en geïnformatiseerd plan van de ondergrondse kabels en leidingen. Zo moet de aannemer bij graafwerken niet telkens proefgravingen doen of het gemeentebestuur en de beheerders van de kabels en de leidingen aanschrijven en vervolgens alle liggingsplannen naast elkaar leggen om een idee te krijgen van wat er vermoedelijk in de ondergrond zit.
  • Nacebo bepleit de invoering van een "as built"-verklaring. Voor kleine wijzigingen en/of afwijkingen ten opzichte van de oorspronkelijke plannen moet dan geen - tijdrovende ! – aanvraag tot wijziging van de bouwvergunning meer gebeuren.
  • Nacebo vraagt de toepassing van de zogenaamde administratieve impactfiche. Deze screent nieuwe wet-en regelving op hun administratieve last en dient als basis voor concrete vereenvoudigings- en affschaffingsvoorstellen.


Nacebo pleit ervoor om dringend werk te maken van de terugdringing van de administratieve rompslomp en vraagt de snelle uitvoering van haar voorstellen. Aannemers wensen te ondernemen. En dit betekent in eerste instantie de opdracht van hun klant uitvoeren en niet het invullen van duizend-en-één formulieren.
Build for Life