Algemeen

Vakkennis en bijscholing essentieel voor moderne installateur

De klassieke loodgieter bestaat niet meer. Het beroep van installateur van centrale verwarming en sanitair is de jongste jaren uitgegroeid tot een uitermate technisch hoogstaand beroep. De moderne installateur moet van meer en ingewikkeldere markten thuis zijn. Vooral door toedoen van nieuwe of gewijzigde wet- en regelgevingen zoals het stookbesluit, de EPB-wetgeving, legionellawetgeving, het technisch reglement op drinkwaterinstallaties, ventilatienormen, ... Om daaraan te voldoen, is vakmanschap hoe langer hoe belangrijker. Dat betekent dat de installateur een gedegen basiskennis nodig heeft én bereid moet zijn om zich permanent bij te scholen. En dat doet hij ook, zoals blijkt uit een enquête van Bouwunie, de bij Unizo aangesloten Unie van het KMO-bouwbedrijf, bij 202 installateurs van sanitair en centrale verwarming.

Bouwunie organiseert elk jaar een sectorbevraging van de installateurs (zowel leden als niet-leden). Dit laat toe te peilen naar hun bekommernissen, pluspunten en uitdagingen, én deze ook te vergelijken met voorgaande jaren. Opvallend in de huidige analyse is dat nieuwe en gewijzigde wetten en reglementen een serieuze invloed uitoefenen op het installateursberoep. Zo zorgt het zogenaamde stookbesluit ervoor dat de installateurs massaal opleidingen volgen. Volgens dit stookbesluit moeten alle centrale verwarmingsinstallaties die een nominaal vermogen hebben van 20kW of meer, en die werken op vaste, vloeibare of gasvormige brandstof, vóór 1 juni 2010 een eerste onderhoud hebben ondergaan en vervolgens met de regelmaat van de klok (jaarlijks of tweejaarlijks) onderhouden worden. Deze onderhoudsbeurten mogen enkel worden uitgevoerd door technici die hiervoor de nodige erkenningen hebben behaald, na het volgen van specifieke opleidingen. 70% van de ondervraagde installateurs heeft ondertussen de basiserkenning op zak en 25% volgt nog opleiding of heeft zich daarvoor ingeschreven. Nu nog de consument overtuigen ! De installateurs schatten dat zo’n 60% van de consumenten nog niet op de hoogte is van de onderhoudsplicht op gastoestellen. Dit is al 10% beter dan vorig jaar maar toch nog te veel met de naderende deadline van 1 juni. Bouwunie werkt momenteel aan een informatiefolder die de installateurs aan hun klanten kunnen geven zodat deze op een neutrale en correcte manier op de hoogte worden gebracht van hun verplichtingen.

Vanaf 1 januari 2010 wordt de energieprestatieregelgeving (ook wel EPB-regelgeving genoemd) strenger. Zo mogen woningen waarvoor de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt na 1 januari maximaal een E-peil¨(*) hebben van 80. Dit betekent dat woningen bij (ver)nieuwbouw vanaf dan minimaal 20% energiezuiniger moeten worden dan de huidige wettelijke minimumeis, E100. In het berekenen van het E-peil spelen de diverse installaties in een woning een belangrijke rol. Een doordachte keuze van de verwarmingsinstallatie, van de voorzieningen voor warmwaterbereiding, van het ventilatiesysteem,... is dan ook cruciaal om op een vlotte manier een lager E-peil te halen. De installateur en de andere bouwpartners, zoals de architect, de EPB-verslaggever en de diverse aannemers, kunnen de kandidaat-bouwer hierbij in onderling overleg met raad en daad bijstaan. Bouwunie ondersteunt haar leden om er voor te zorgen dat de installateurs hun klanten goed kunnen adviseren. Zo verspreidt Bouwunie folders waarin de voornaamste wetenswaardigheden i.v.m. de verstrenging op een rijtje worden gezet. Daarnaast informeert Bouwunie haar leden ook via haar energieconsulent, diverse infosessies en artikels rond dit thema.

In vergelijking met vorig jaar melden de installateurs een verbetering in de communicatiedoorstroming voor de praktische uitwerking van de EPB-regels. 2 op 3 zegt ondertussen altijd of meestal tijdig de nodige info te hebben om een behoorlijke offerte op te maken. Deze verbetering is vooral te danken aan het feit dat 63% van de installateurs nu zelf het initiatief neemt voor het tijdig bekomen van de technische specificaties in het kader van de EPB-regelgeving. 56% van de installateurs geeft aan dat de klanten nog altijd niet op de hoogte zijn van de EPB-regels waardoor ze samen met de andere partners in het bouwproces (aannemers en architecten) een serieuze informatietaak hebben.

Ondertussen vraagt de klant bewuster en meer uit eigen beweging naar energiezuinige en milieuvriendelijke koel- en verwarmingsinstallaties. Zo zegt vier op tien ondervraagde installateurs dat meer dan de helft van hun klanten hier speciaal naar vragen. Hun belangrijkste drijfveer blijkt nog altijd hun portemonnee te zijn. Een lagere energiefactuur is mooi meegenomen. Premies, belastingverminderingen en andere subsidies schelen ook een flinke slok op de borrel. De bekendheid van deze tussenkomsten neemt volgens de installateurs ook toe. Zo ook van de belastingvermindering voor het onderhoud van de stookinstallatie. Waar vorig jaar 37% van de ondervraagde installateurs zei dat niemand om deze belastingattesten vroeg, is dat nu nog amper 15%. 82% van de installateurs beweert wel dat deze belastingvermindering hen vooralsnog geen extra klanten oplevert. Het nieuwe stookbesluit daarin verandering kunnen brengen.

Door de EPB-wetgeving en de talrijke ondersteuningsmaatregelen geraken warmtepompen, zonnecollectoren, ventilatiessystemen en condensatieketels meer en meer ingeburgerd. Naar de toekomst toe verwachten de installateurs dat deze installaties hen meer werk zullen opleveren. Ruim 86% van de installateurs verwacht dat het aantal installaties van condensatieketels in stijgende lijn evolueert. Ook het plaatsen van zonnepanelen, de installatie van ventilatiesystemen en van zonneboilers zijn duidelijke groeimarkten aldus de installateurs.

Ook de sector van de installateurs van centrale verwarming en sanitair ontsnapt evenwel niet aan de gevolgen van de financiële en economische crisis. Dat komt duidelijk tot uiting in het orderboekje van de Vlaamse installateurs. Bij een op vier is dit in de eerste helft van het jaar merkbaar gekrompen. Voor de rest van het jaar denkt 21% minder opdrachten te krijgen terwijl 12% meer werk verwacht. Niet alle marktsegmenten doen het even goed of even slecht. Wie actief is op de projectmarkt heeft het veel moeilijker om z’n orderboekje gevuld te krijgen dan wie op de particuliere markt opdrachten moet sprokkelen. Zoals hierboven beschreven investeren heel wat Vlamingen in energiezuinige installaties waardoor de betrokken installateurs nog voldoende orders kunnen inschrijven.

De prijzen die de installateurs kunnen aanrekenen zijn volgens 24% van hen de laatste tijd verslechterd. 15% verwacht een verdere daling in het najaar. 70% zegt nu nog met winstgevende prijzen te kunnen werken. Veel installateurs hebben wel last van slechte betalers (d.i. klanten die hun factuur niet, slechts gedeeltelijk of te laat betalen). Dit is een aanhoudend fenomeen dat met de crisis nog toeneemt (volgens een op drie). 31% van de installateurs ervaart tegelijkertijd een verhoogde druk op de betalingstermijnen vanwege zijn leveranciers. Heel wat installateurs dreigen hierdoor zelf in financiële problemen te geraken.

De werkgelegenheid in de installatiesector blijft nog min of meer op peil. Er vallen (voorlopig) weinig ontslagen (bij 6% van de ondervraagden). Veel aanwervingen zijn er de jongste tijd ook niet gebeurd. 15% van de installateurs was van plan om nieuwe mensen aan te trekken maar ziet daar nu even van af tot de economie heropleeft. De werkgevers proberen de werknemers die ze hebben, te behouden. Vakbekwame installateurs zijn immers zeer moeilijk te vinden en als de economie weer aantrekt, zijn deze opnieuw broodnodig.
Het gros van de ondervraagde installateurs vreest dat de crisis nog niet voorbij is. Een verdere achteruitgang verwachten ze ook niet, eerder een stabilisatie en vervolgens een traag herstel van de economie.
Build for Life