Tweede woning erg populair bij Belgen

Meer dan 7% van de Belgische gezinnen beschikt over een tweede woning om hun vakantie door te brengen. In totaal hebben de Belgen voor 50 miljard euro tweede verblijven, zo blijkt althans uit een studie van het onderzoeksbureau WES.
Ongeveer 350.000 Belgische gezinnen beschikken over een tweede woning waar ze op vakantie kunnen gaan. De laatste tien jaar is het aantal gezinnen toegenomen, waardoor ook het bezit van een tweede woning is gestegen, van ongeveer 310.000 tweede verblijven in 2000 naar 350.000 vandaag. Het merendeel van de tweede verblijven zijn de klassieke tweede woningen zoals een appartement, studio, bungalow of villa. Een kleine 80.000 gezinnen zijn eigenaar van een chalet of stacaravan. Tenslotte hebben 25.000 gezinnen een zeil- of motorboot om in te slapen.

Meestal kopen mensen een tweede verblijf rond de leeftijd van 45 jaar. Op deze leeftijd is de eerste woning meestal grotendeels afbetaald, zijn de zwaarste kinderkosten voorbij en is er misschien al sprake van een erfenis. Een tweede woning wordt op die manier een goede belegging.

Een tweede woning als vlucht uit de stad.
Vooral mensen die in een stedelijke omgeving wonen, kopen een tweede verblijf om te genieten van de natuur en gezonde lucht.

Mensen zijn steeds vaker geïnteresseerd in een tweede woning, omdat men veel meer op reis gaat dan vroeger. Op vakantie komt men dan in streken waar het zeer aangenaam vertoeven is en waar men zich goed voelt, en dan beslist men om er iets te kopen.

Ook in Nederland zijn tweede woningen populair. Onze noorderburen zijn dol op zomerhuisjes aan de kust.

Kust, Ardennen en Frankrijk populair
Wat betreft de locatie van tweede woningen, is zo’n twee derde van de tweede verblijven in België gelegen. Vooral de Kust en de Ardennen zijn populaire bestemmingen voor vakantiewoningen.

In het buitenland staat Frankrijk bovenaan: daar hebben de Belgen circa 50.000 tweede woningen. Nederland staat op een opvallende vierde plaats als buitenlandse locatie voor tweede verblijven. Volgens Rik De Keyser van het WES, komt dat omdat veel Vlamingen daar een boot hebben liggen als tweede verblijf.