Architectuur

Sloop is geen schending van rechten

Al tientallen jaren was het onduidelijk of een architect zich op grond van zijn auteursrechten tegen sloop van een door hem ontworpen gebouw kan verzetten. De Hoge Raad in Nederland heeft onlangs besloten dat sloop in beginsel geoorloofd is. Maar de deur blijft op een kier staan in het geval een sloopbesluit onzorgvuldig genomen is, aldus Diederik Stols.

Een architect is in auteursrechtelijke zin de ‘maker’ van een naar zijn ontwerp vervaardigd gebouw. Als maker in de zin van de Auteurswet kan hij dus alle rechten verbonden aan het makerschap uitoefenen, waaronder de zogeheten persoonlijkheidsrechten van artikel 25 Auteurswet. Het meest ingrijpende persoonlijkheidsrecht staat in artikel 25 lid 1d Auteurswet. Op grond van dat artikellid heeft de maker het recht zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, indien zijn goede naam daardoor wordt aangetast.

Af en toe dook de vraag op of sloop van een gebouw te beschouwen is als een ‘andere aantasting’.Volgens sommige rechters was dat wel zo; anderen vonden het te ver gaan. De Hoge Raad heeft in het Wavin-arrest van 6 februari 2004 besloten dat sloop geen ‘andere aantasting’ is.
Architect Jelles ontwerpt eind jaren zestig een kantoorgebouw voor de N.V. Wavin te Zwolle. Het gebouw, in de Zwolse wijk Holtenbroek, krijgt een opvallende plek aan het water (zie voor een afbeelding www.holtenbroek.info). Als Wavin jaren later verhuist wordt het gebouw in gebruik genomen door een scholengemeenschap. In de jaren negentig verhuist ook de school, en komt het gebouw in handen van de gemeente.
De gemeente heeft ambitieuze plannen voor de wijk Holtenbroek. Op het terrein rond het Wavin-gebouw komt een compleet nieuw winkelcentrum en een wijkcentrum. Het Wavin-gebouw moet plaats maken voor bejaardenwoningen.

Reputatieschade
Bij het besluit om het Wavin-gebouw te slopen gaat de gemeente niet over één nacht ijs. Om te beginnen nodigt de gemeente Jelles uit om zijn visie te geven. Daarbij vraagt de gemeente advies aan diverse architectuurspecialisten over de monumentale waarde van het Wavin-gebouw. Uit deze adviezen komt onder meer naar voren dat het gebouw representatief is voor de bouwstijl van de late jaren zestig; verbouw moet dus serieus overwogen worden. Voor de gemeente is dat echter geen optie: het levert hoge verbouwingskosten en minder woningen op. Bovendien is er asbest aangetroffen. Na lang wikken en wegen gaat de gemeenteraad akkoord met het sloopbesluit. Conform de adviezen van de architectuurspecialisten wordt wél besloten het Wavin-gebouw goed te documenteren door middel van foto's en tekeningen.
Architect Jelles is fel gekant tegen de sloop van zijn Wavin-gebouw. Hij probeert de gemeente tevergeefs op andere gedachten te brengen. De gemeente nodigt hem uit voor een gesprek en een uitvoerige correspondentie volgt.
Als het sloopbesluit definitief genomen is, stapt Jelles naar de rechter. Hij stelt dat de sloop van het gebouw een schending van zijn persoonlijkheidsrecht oplevert. Hij vordert een sloopverbod en zo nodig vervangende schadevergoeding. Jelles beroept zich op een recent arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. Daarin was bepaald dat architect Bonnema zich wel degelijk kon verzetten tegen de sloop van De Golfslag in Emmeloord.
Jelles krijgt in drie instanties ongelijk.
De rechtbank vindt dat de Auteurswet niet bedoeld is om het voortbestaan van een gebouw te garanderen. Het gerechtshof ziet wel wat in de stellingen van Jelles, maar vindt dat er in zijn geval geen sprake is van reputatieschade.
Volgens de Hoge Raad zou de stelling van Jelles tot gevolg hebben dat een architect met een beroep op zijn persoonlijkheidsrecht de sloop van ‘zijn’ gebouw in beginsel steeds zou kunnen blokkeren als hij daardoor reputatieschade lijdt, zelfs als het sloopbesluit is ingegeven door een bestemmingswijziging of door veranderde inzichten. Een zo vergaande bescherming van de belangen van de architect zou tot maatschappelijk moeilijk te aanvaarden gevolgen leiden.

Opgave
Sloop kan dus niet worden aangemerkt als een aantasting van het werk in de zin van artikel 25 lid 1d Auteurswet. Wél plaatst de Hoge Raad een belangrijke kanttekening: sloop van een uniek voorwerp – zoals een openbaar kunstwerk of een gebouw – is onder omstandigheden te kwalificeren als misbruik van bevoegdheid of als een onrechtmatige daad van de eigenaar.
Onder omstandigheden kan van de eigenaar verlangd worden dat hij slechts dan tot sloop overgaat als hij daarvoor een gegronde reden heeft. Bovendien moet de eigenaar recht doen aan de gerechtvaardigde belangen van de architect, en er voor te zorgen het gebouw behoorlijk te documenteren.
Het is verheugend dat de Hoge Raad eindelijk een knoop heeft doorgehakt over deze slepende kwestie. Veel eigenaren die nieuwbouwplannen hebben op de plaats van een ouder gebouw zullen tevreden zijn over deze principiële uitspraak.
Persoonlijkheidsrechten kunnen namelijk in principe tot 70 jaar na de dood van de architect worden uitgeoefend, en niet alle gebouwen houden het zo lang uit.
Toch blijft de deur op een ruime kier staan. Als de architect tegen sloop is, krijgt hij de zware opgave om aan te tonen dat er sprake is van misbruik van recht, of op zijn minst van onzorgvuldig handelen door de eigenaar. Net als voorheen doet de eigenaar er dus verstandig aan om zorgvuldig met de belangen van de architect om te springen, en niet te lichtvaardig te besluiten een markant gebouw te slopen. Indien inderdaad tot sloop wordt besloten is het van belang het gebouw in ieder geval goed te documenteren. Op die manier voorkomt men dat markante gebouwen uit de twintigste eeuw door de architect én door het publiek als ‘wegwerpartikel’ worden beschouwd.