Skanska zet Europees de toon

De grote bouwbedrijven in Nederland krijgen steeds meer Europese trekjes. De ondernemingen streven naar schaalvergroting en proberen grip te krijgen op de internationale markten. Inzet is om de kasstroom te vergroten zodat privaat te financieren overheidsopdrachten en langlopende beheersconstructies gemakkelijker binnen handbereik komen.

Op het Europese toneel deelt de Zweedse bouwer Skanska de lakens uit. De onderneming heeft in 2001 volgens de definities van het Economische Instituut voor de Bouwnijverheid 3,1 miljard euro meer omzet gemaakt in de bouw dan de Franse reus Bouygues. De nummer drie op de ranglijst komt eveneens uit Frankrijk: Vinci.
Iedere vergelijking tussen de grote bouwbedrijven is vatbaar voor discussie. Vinci int als garagebeheerder omvangrijker dan wie ook in Europa dagelijks miljoenen aan parkeergelden. De Hollandsche Betongroep noteert in Groot-Brittannië omzet uit het ziekenvervoer. Wordt alle bedrijvigheid op één hoop gegooid dan is Bouygues met 20,5 miljard euro omzet de grootste bouwer van Europa.
Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid constateert dat vrijwel alle grote bouwers stevig wortelen in een grote thuismarkt. Grote uitzondering is het Zweedse concern Skanska. Ook Bauholding Strabag is aan te merken als een vreemde eend in de bijt. De Oostenrijkers zijn uiterst actief in Midden- en Oost-Europa. Door de fusie met de Duitse bouwer Strabag is – vanuit standplaats Linz bezien – het buitenlands aandeel tot dramatische proporties uitgegroeid. Hochtief en Bilfinger Berger zijn voorbeelden van Duitse bedrijven die vanwege de crisis in eigen land de thuismarkt zo veel mogelijk de rug toe keren en het grootste deel van de omzet van elders halen. In Nederland is de Hollandsche Beton Groep sinds jaar en dag sterk internationaal georiënteerd.

Nederland
Op de Europese ranglijst van 2001 nestelt HBG zich, met een bouwomzet van 5,5 miljard euro, op de zesde plaats. Ook samen met BAM NBM (omzet 2,9 miljard euro) reikt de polsstok niet hoger. Worden alle niet-bouwactiviteiten van de grote concerns meegeteld, dan nog blijft de combinatie HBG/BAM (gemeten naar de omzet van 2001) steken op de zesde plaats. In de Nederlandse top vijf van 2001 wordt HBG op geruime afstand gevolgd door Koninklijke Volker Wessels Stevin, BAM NBM (beide 2,9 miljard), Ballast Nedam (2,1 miljard) en Heijmans (1,9 miljard euro).