Architectuur

Persoonlijk prefabhuis

Het Nederlandse Woonlandschap is eentonig en saai. Zowel qua kwantiteit als kwaliteit is het belabberd gesteld met de huizen die de laatste decennia gebouwd zijn. Architect Eric Vreedenburgh vindt de tijd rijp voor een cultuuromslag en pleit voor differentiatie en veelkleurigheid in het aanbod van wooncultuur. Hoe? Door de lucht in te gaan en het industriële bouwproces optimaal te benutten.

Eric Vreedenburg voor zijn nieuwste project: het Steel Study House in Zoetermeer dat flexibel bouwen een nieuwe dimensie geeft.

Tijdens de afgelopen Bouwrai poneerde architect Eric Vreedenburgh de stelling dat prefabwoningen niet altijd steriele cataloguswoningen hoeven te zijn, maar ook heel persoonlijk gemaakt kunnen worden. Zijn architectenbureau Archipelontwerpers maakt zich al jarenlang sterk voor een aanpassing van het bouwproces, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van prefabcomponenten, maar op een flexibele manier.

"Hoe komt het toch dat onze wooncultuur zo arm is? En kun je het bouwproces niet anders organiseren zodat je wat meer differentiatie in het aanbod krijgt?", vroeg Vreedenburgh zich jaren geleden af. Inmiddels weet hij het antwoord: "Het kan, maar er is een cultuuromslag voor nodig. Met een gebrek aan bouwgrond en woningen, hebben ontwikkelaars het voor het zeggen. Die nemen het je kwalijk als je het over de kwaliteit van wonen wilt hebben, want ze willen slechts snel en makkelijk produceren. En dat terwijl uit literatuur en onderzoek blijkt dat een hele grote groep Nederlanders niet tevreden is met de huidige woonomgeving en het aanbod van anonieme woningen."

Maar daar waar ontwikkelaars de macht hebben als het gaat om bouwen op de begane grond, gelden dit soort discussies niet als er wordt gekeken naar bouwen op daken. ,,Nederland heeft gebrek aan bouwgrond, maar wel veel platte daken en daar kun je mooie penthouses op plaatsen", weet Vreedenburgh. Hier liggen grote kansen voor woningen midden in de stad, zonder dat de huidige bebouwing moet wijken. Archipelontwerpers heeft voor Den Haag berekend dat voor 3000 woningen met een oppervlakte van 140 vierkante meter - een behoorlijke vinexwijk - slechts 3 tot 4 procent van de platte daken nodig is. En dat terwijl in de residentie maar liefst 10 tot 20 procent van de platte daken geschikt is om woningen op te zetten. De woningen zijn dan ook nog eens kwalitatief hoogwaardig, met een groot woonoppervlak, ruime terrassen en veel licht.

In de Witte de Withstraat in Rotterdam wordt een penthouse gerealiseerd dat dient als voorbeeldproject voor de stad.

Over het bouwproces zegt de architect: ,,Zodra je op daken gaat bouwen, snapt iedereen dat het proces ook anders mag en dat is ideaal voor experimenten en vernieuwing." Dit betekent geen bakstenen metselen, want je moet lichtgewichtconstructies maken. Ook moet het bouwproces zo kort mogelijk gehouden worden, want anders geeft het teveel overlast. Vreedenburgh: ,,En dan kom je al snel uit bij prefab. Ik heb jarenlang in het bestuur van Booosting (een club van industrieel ontwerpers, architecten en innoverende industrie) gezeten en ik heb een soort haat-liefdeverhouding met industrieel bouwen ontwikkeld. Ik denk dat in Nederland de industriële processen op een verkeerde manier worden ingezet. Als het gaat om prefab, hanteren we een soort 19e-eeuwse lopende band manier, waarbij we heel veel van hetzelfde produceren."

Vooroordelen

Belachelijk vindt de architect. ,,Dankzij computeraangestuurde mogelijkheden kun je industriële processen heel goed gebruiken om unica te realiseren, waardoor afwisseling en differentiatie ontstaat en je een meer persoonlijke woonomgeving creëert." Met zijn eerste Steel Study House in Zoetermeer, heeft hij aangetoond dat dit in de praktijk ook werkt. Vreedenburgh componeerde hier met herkenbare standaardproducten een heel persoonlijk huis. Alle vooroordelen over industriële woningbouw worden hier weggenomen dankzij de verfijnde detailleringen, zoals speciaal gelaste kappen, glazen bouwstenen, gebogen garagedeuren en gevouwen gevelplaten.

Vreedenburgh denkt dat Nederland inmiddels klaar is voor grootschalige luchtbouw. Binnen twee jaar wil Rotterdam 100 tot 200 penthouses in het centrum realiseren en ook in steden als Groningen en Den Haag gaan steeds harder stemmen op voor dergelijke bouw. Volgens de architect niet meer dan logisch: ,,Dit is een oplossing voor woningnood als het gaat om kwantiteit en kwaliteit. Je gaat efficiënt om met ruimte, maar speelt in op de kwalitatieve nood. Als je daar de ogen voor blijft sluiten, bouw je nu de vinexwijken die de renovatieprojecten van over tien jaar worden."