Algemeen

PPS geeft positieve impuls aan imago bouw

Publiek-private (pps) samenwerking biedt volgens Janko Lindenbergh, John. Pannekeet en Jan Manschot bij uitstek nu ruime mogelijkheden om op te pakken wat anders blijft liggen. PPS is niet alleen gunstig voor de economie, maar geeft ook het imago van de bouw een stevige positieve impuls.

Er zijn diverse redenen om nu het instrument van de publiek-private samenwerking met kracht op te pakken en verder uit te bouwen. Het kabinet wil de overheid ombouwen tot een slanke, efficiënte organisatie, die zich vooral toelegt op haar kerntaken.

De grote achterstanden in het onderhoud van voorzieningen in de zorg, het onderwijs en de infrastructuur kunnen via pps-constructies worden aangepakt, juist ook bij het huidige gebrek aan middelen.. De stemming op de financiële markten is gunstig. De rente is laag, wat in het voordeel werkt van langlopende investeringen als pps. Bovendien zoeken geldschieters en investeerders voortdurend naar nieuwe bestemmingen voor het beschikbare kapitaal, temeer omdat de aandelenmarkt het al geruime tijd laat afweten.
Pps is niet in de laatste plaats óók goed voor het imago van de bouwsector. De bouw is van oudsher een risicovolle bedrijfstak met een overmaat aan valkuilen. Door de vele risico’s en de aanhoudend scherpe concurrentie zijn de marges overwegend laag, om niet te zeggen flinterdun. Als gevolg hiervan heeft het capaciteitsdenken altijd hoogtij gevierd.. De bouwers van nu willen in toenemende mate het traditionele denken vaarwel zeggen en hun bedrijfsvoering strategisch vernieuwen.
De bouw is daarom al jaren verwikkeld in een ingrijpend transitieproces, wat onder meer tot uitdrukking komt in schaalvergroting door fusies en samenwerkingsverbanden, voor- en achterwaartse integratie. De ingenieurscultuur maakt plaats voor ondernemersgericht denken en handelen. De komende tijd zullen zich in de bouwnijverheid nog vele verschuivingen voltrekken. Het kernproces van bouwbedrijven wordt steeds minder een zaak van ‘stenen stapelen’, maar ‘construction business’ met grote nadruk op dienstverlening bij de voorbereiding, het ontwerp, de ontwikkeling en het beheer van bouwwerken.
Bouwers willen samen met hun opdrachtgevers participeren in grote projecten, langdurige relaties aangaan en totaaloplossingen bieden. Zo kunnen zij werken aan innovatie en gericht investeren in specialisatie en betere procesbeheersing ter voorkoming van kosten. Een uitbouw van de publiek-private samenwerking past voor veel ondernemingen in dit beeld.

Mijlpalen
In Nederland staat de publiek-private samenwerking niet bij iedereen even hoog aangeschreven. Dat wordt mede veroorzaakt doordat enkele grote pps-projecten in het verleden minder gunstig zijn verlopen. Met name de Wijkertunnel en de tunnel onder de Noord bleken uit kostenoogpunt allesbehalve florissant.
Een onderzoek van enkele jaren geleden naar de faal- en succesfactoren van pps, uitgevoerd door de Universiteit van Twente, bood dan ook een ambivalent beeld. Uit een evaluatie van 24 infrastructurele en stedelijke projecten kwam naar voren dat er, ondanks de brede belangstelling en jarenlange praktijkervaring, geen eenduidigheid bleek te bestaan over wat pps nu precies inhoudt. Vooral de wijze waarop pps-processen werden gemanaged, was duidelijk voor verbetering vatbaar. Verschillende pps-processen liepen spaak door gebrekkige kennis over de belangen en posities van de betrokken partijen. Ook verschillen in besluitvormingsprocessen en -structuren van de partners en onbekendheid daarmee, leidden vaak tot problemen in de samenwerking.
Sindsdien is veel veranderd en is de kennis over het omgaan met pps-projecten sterk gegroeid. Publiek-private samenwerking is de kinderschoenen ontgroeid. Recente succesvolle projecten getuigen daarvan. Zo blijken de kosten van de ombouw van Rijksweg N59 tussen Rosmalen en Geffen – de eerste pps-constructie in de wegenbouw – zo’n 15 procent lager uit te komen dan bij een traditionele aanbesteding. Bekend is ook het project Afvalwater Haagse Regio, bestaande uit de bouw van een waterzuiveringsinstallatie in de Harnaschpolder en de renovatie van de bestaande installatie Houtrust. Voorts verloopt een deel van de HSL-constructie via een pps-concessie en wordt het ombouwen tot snelweg van de N31 tussen Leeuwarden en Drachten door middel van publiek-private samenwerking gerealiseerd.
Ook op het terrein van huisvesting biedt pps goede mogelijkheden. De nieuwbouw van het Montaigne Lyceum op de Vinex-locatie Ypenburg is de eerste school in Nederland die door middel van publiek-private samenwerking (pps) zal worden gebouwd en gefinancierd.

Gidsland
De lijst met geslaagde pps-projecten mag dan in korte tijd gestaag zijn gegroeid, zij valt in het niet bij wat in het buitenland op dit gebied inmiddels is gerealiseerd. Met name Groot-Brittannië geldt voor de voorstanders van publiek-private samenwerking als gidsland.
In de jaren negentig hebben Britse overheden pps omarmd als een zeer geschikt instrument om publieke voorzieningen te realiseren, zonder dat de overheid daardoor al te zwaar wordt belast. Latere kabinetten hebben dit voorbeeld gevolgd. Ging het bij de eerste ‘deals’ vooral om infrastructurele projecten, tegenwoordig worden bij onze overburen ook scholen, gevangenissen, railverbindingen, ziekenhuizen, lucht- en zeehavens langs deze weg gerealiseerd. Een megaproject, de grootste Public Private Partnership ooit, is de uitbreiding en modernisering van de Londense ondergrondse, waarmee ruim 37 miljard pond aan investeringen en 4,6 miljard pond aan private financiering door drie private consortia gemoeid zijn.
De weg die de Engelse beleidsmakers zijn ingeslagen, zouden we hier ook op moeten gaan, vinden veel deskundigen. Tot hen behoort bijvoorbeeld prof. Rick van der Ploeg, hoogleraar politieke economie in Florence en Amsterdam, die een warm pleitbezorger is van de vele voordelen van pps-constructies. Bijvoorbeeld als middel om de infrastructuur te kunnen blijven onderhouden en versterken. De aanleg en het onderhoud van wegen, spoorwegen, vaarwegen, vliegvelden en havens is volgens Van der Ploeg allang niet meer de exclusieve taak van de overheid. Sterker nog, de overheid moet zich in zijn visie juist als vragende partij terugtrekken en die rol overlaten aan de gebruikers van infrastructurele werken. Dat past ook in de huidige politiek-maatschappelijke context, maar daarvoor is wel een belangrijke omslag in het denken vereist, juist ook bij ambtenaren en politici. Zij hebben veelal onvoldoende marktkennis om alleen de regie te kunnen voeren over zulke complexe projecten. Met als risico dat een ondoorzichtig proces ontstaat dat leidt onnodige budgetoverschrijdingen en andere vormen van maatschappelijke schade.

Prikkel
Menigeen ziet publiek-private samenwerking uitsluitend als een financieringsarrangement, maar niets is minder waar. Een pps-constructie omvat veel meer, de financiering is slechts één facet. Een pps-project is bovenal een vorm van zeer intensieve samenwerking tussen alle betrokken partijen: gebruikers, opdrachtgevers, bouwers, exploitanten, overheden, financiers, noem maar op. Juist dat integrale karakter maakt het noodzakelijk dat pps-projecten gebaseerd zijn op heldere kaders.
Publiek-private samenwerking heeft alleen kans van slagen als wordt gezorgd voor adequaat management van de diverse belangen, een heldere besluitvormingsstructuur en een goede formulering van de prestatie-eisen. Dit alles mag echter niet ontaarden in de traditionele Nederlandse regelzucht. Verder zullen de grote opdrachtgevende partijen zoals de overheid een doorkijk moeten bieden over het volume dat zij de komende jaren in de markt willen zetten. Dit is nodig om de marktpartijen het vertrouwen te geven om te investeren en de aanpak volwassen te laten worden.
Om pps-projecten succesvol te laten zijn, moeten ze niet alleen het juiste midden zien te vinden tussen regulering en verdeling van verantwoordelijkheden, maar vooral een prikkel inbouwen voor samenwerking op basis van wederzijds respect en vertrouwen. Als die uitgangspunten in acht worden genomen, staat pps in ons land een goede toekomst te wachten.
Build for Life