Algemeen

Onterechte veralgemeningen schaden imago bouwsector

Bouwunie, de bij Unizo aangesloten Unie van het KMO-bouwbedrijf, is niet erg opgezet met de actie die het ABVV vandaag voert in Hasselt over de arbeidsomstandigheden in de bouw. Het ABVV wil dat buitenwerkende bouwvakkers meer comfort op de werf krijgen en zet zijn eisen kracht bij door een "worst case scenario" te veralgemenen. De werkgevers uit de bouwsector doen al het mogelijke om hun werknemers in goede omstandigheden te laten werken, aldus Hilde Masschelein, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie. Uit onderzoeken van onder meer UNIZO en de SERV blijkt dat KMO-werknemers tevreden werknemers zijn, ook in de bouwsector. Dit nu vertekend voorstellen, kan Bouwunie niet appreciëren. Als er punctuele problemen zijn, kunnen en moeten deze in alle rust worden besproken. KMO-werkgevers staan zeer dicht bij hun werknemers en zullen alles doen wat in hun mogelijkheden ligt om het werk aangenaam te maken. Ze hebben hier alleen maar voordeel bij. Bouwunie blijft gewonnen voor een goed overleg tussen werkgever en werknemers, ook als het om werkkledij en toiletten gaat.

Bij buitenwerken worden bouwvakkers inderdaad geconfronteerd met wisselende weersomstandigheden. De werkgever moet zijn werknemers aangepaste arbeidskledij geven. Wie wat nodig heeft of liever draagt, varieert sterk. Arbeidskledij wordt steeds individueler benaderd door de arbeiders (bv. welk soort veiligheidsschoen past mij het best, hoeveel truien moet ik aandoen om geen kou meer te hebben) en werkgevers gaan hier voor een stuk in mee, maar dit kent zijn grenzen. Bouwunie is al jaren vragende partij om de werknemers een vergoeding te geven zodat ze hun arbeidskledij zelf kunnen onderhouden. Ook een vergoeding om de werknemers toe te laten zelf de kledij te kopen die ze wensen, kan worden besproken.

Het ABVV geeft prioriteit aan het ter beschikking stellen van een eetruimte en correct sanitair. Het plaatsen van een werfkeet is vaak niet mogelijk. De betreffende CAO erkent trouwens dat voor kleine en kortstondige bouwplaatsen andere regels kunnen afgesproken worden. Heel veel KMO-bedrijven hebben per jaar meer dan 200 individuele werven die telkens maar een paar dagen duren. Zelfs als er een werfkeet staat, prefereren arbeiders bovendien vaak in de camionette te eten. Dit is ook niet zo uitzonderlijk. Er zijn nog veel andere beroepen waar dit gebeurt (bv. handelsvertegenwoordigers, verhuisfirma's,...).

Het ABVV poneert dat werknemers vaak moeten blijven doorwerken bij slecht weer hoewel ze vinden dat dit niet meer kan. Het is de werkgever die bepaalt of de weersomstandigheden inderdaad te slecht zijn om door te werken. De tijdelijke werkloosheid wegens weerverlet moet trouwens gemeld worden aan de RVA die dit controleert. Bouwunie vindt het demagogisch te stellen dat bouwvakarbeiders gedwongen zouden worden om in abominabele omstandigheden te werken. Werkgevers houden hier wel degelijk rekening mee. In kleine bouwbedrijven werkt de zaakvoerder bovendien zeer vaak mee zodat hij zelf onmiddellijk ervaart of de omstandigheden zo zijn of er kan verder gewerkt worden of niet.

Bouwunie vraagt anderzijds van de arbeiders dat ze respect opbrengen voor de door de werkgever ter beschikking gestelde sanitaire voorzieningen, werkkledij, materiaal en materieel. Ook dit laat wel eens te wensen over.

In bedrijven waar het mis zou lopen, is overleg nodig om de zaken recht te trekken. Een correcte benadering van de problemen zonder "overacting" is wel op zijn plaats.
Build for Life