Algemeen

Nieuw leven in rampwijk Enschede

ENSCHEDE - Het leven in de Enschedese wijk Roombeek van voor en na de vuurwerkramp wordt nergens zo treffend in beeld gebracht als aan de Deurningerstraat. De achttien markante woningen uit de Amsterdamse School (1920) zijn authentiek herbouwd en weer bewoond.

De aangrenzende groentezaak staat er nog precies zo bij als direct na de ramp van 13 mei 2000. Hierdoor wisselen littekens en nieuw leven elkaar af. Die dunne scheidslijn is ook voelbaar aan de Deurningerstraat 116. Hier proberen Helen Westendorp (41) en haar vier kinderen de levensdraad weer op te pakken.

De jongste speelt in de woonkamer een computerspelletje, de twee teckels dagen elkaar uit, dochter Suzanne (18) schenkt koffie in en schuift bij moeder aan tafel. Op het eerste gezicht een huiskamerbeeld uit duizenden.

"We zijn weer thuis, maar toch ook niet. Vanuit de woonkamer kijken we uit op het straatbeeld zoals dat er altijd was. Aan de achterkant is Roombeek 'verdwenen'. Er gaapt een enorm stuk niemandsland. Heel onrealistisch", zegt Helen.

Wel illustreren enkele tientallen nieuwe funderingen dat er nu wel vaart wordt gemaakt met de herbouw van het rampgebied.

"We waren 22 juni vorig jaar het eerste gezin dat terugkeerde naar Roombeek. Ik leefde er met gemengde gevoelens naar toe. Enerzijds verlangend, maar ook met de angst dat het geen goed gevoel zou geven. We zijn blij weer thuis te zijn, maar het wordt nooit meer zoals het was." De markante woning is vrijwel authentiek herbouwd. Zelfs de bijzondere bouwstenen werden nieuw gebakken. Toch mist de woning historie en sfeer. "Het is ons thuis, maar het verleden is eruit verdwenen", zegt Suzanne.

Door de vuurwerkramp werden vierhonderd woningen onherstelbaar beschadigd. Volgens projectleider R. Lutjenhuis van het bureau Wederopbouw komen er in Roombeek zo'n duizend nieuwe woningen en appartementen. "Ongeveer 60 procent van de huurders wil terugkeren. Onder de 250 woningeigenaren is de animo veel kleiner. Slechts 35 van hen willen hier opnieuw bouwen."

Eind dit jaar worden de eerste nieuwbouwwoningen opgeleverd. De projectleider verwacht dat in 2006 de laatste huizen op het 40 hectare omvattende terrein klaar zijn. In het rampgebied staan nog altijd drie zwaar gehavende panden overeind. "Het is ons een doorn in het oog. We hebben de eigenaren een opkoopbod gedaan. Uiteraard mogen zij ook zelf renoveren. Als er nu niet snel wordt gesloopt of gerenoveerd, nemen we dwangmaatregelen."

Ook het gezin Westendorp ergert zich aan de naargeestige ruïnes. Moeder en dochter kregen na de vuurwerkramp psychische problemen en zochten professionele hulp. "Ik was altijd een heel sterke en vrolijke moeder, die alles aankon. Nou, op een gegeven moment zakte ik dus door het ijs. Was helemaal op. Dat had ook meteen een negatief effect op de kinderen." Suzanne vult aan: "Ik herkende mijn moeder niet meer en zat zelf ook niet lekker in mijn vel. Het gevolg was dat ik me steeds meer terugtrok, verkeerde vrienden opzocht en van school ging. We kwamen thuis in een neerwaartse spiraal terecht. Iedereen liep op z'n tenen, was snel geïrriteerd; dus vaak ruzie."

Ruim anderhalf jaar woonde het gezin Westendorp in een tijdelijke woning, niet ver van de rampplek. "Het leven is in die periode als een roes aan mij voorbijgetrokken", aldus Helen. "Uit zelfbescherming had ik me van veel dingen afgesloten. Ik was uitsluitend bezig met overleven."

Volgens Suzanne kampen veel jongeren uit het rampgebied met psychische problemen. "Maar er wordt weinig over gepraat. Je hoort enkel opmerkingen als: 'ja, die kloteramp ook'. Daar blijft het dan bij." Zelf zocht ze wel professionele hulp. De gesprekken hebben haar goed gedaan. Suzanne gaat weer naar school en daar gaat het "super".

Dat wil niet zeggen dat ze weer helemaal de oude is. "Ik ben door de ramp veranderd. Het is niet te beschrijven hoe erg het is om alles te verliezen. Het enige bezit waren de kleren die we droegen. Je voelt je zo kwetsbaar, verlaten en angstig. Het heeft littekens achtergelaten. Ik durf me minder snel aan mensen te hechten en heb verlatingsangst. Wel ben ik nu minder materialistisch ingesteld en is leed invoelbaarder geworden. Ik kan dus niet naar de oorlogsbeelden uit Irak kijken. Te confronterend. Dat heb ik ook met beelden van de cafébrand in Volendam. En hoewel we weer thuis wonen is het toch anders. De geborgenheid en het vertrouwde zijn er niet. Alles is nieuw. Je wortels zijn afgesneden."

Bijna drie jaar na de vuurwerkramp pakt het gezin Westendorp stukje bij beetje het gewone leven weer op. "Twee stappen vooruit en dan weer een achteruit", schetst moeder Helen. De confrontatie met de vuurwerkramp is er nog dagelijks. "Soms staan de mensen met hun neus tegen de ramen te gluren. Je voelt je dan een aap in een kooi. Maar het komt ook voor dat ik in mijn voortuintje aan het werk ben en passanten de duim omhoogsteken. Dat geeft een warm gevoel."
Build for Life