Algemeen

NL: Bouwplannen missen oog voor vergrijzing

De woningbouwplannen in de provincies sluiten volstrekt niet aan op de toekomstige vraag. Dat blijkt uit een analyse van de Rabobank.

In twaalf studies dringen vastgoedeconomen van de Rabobank aan op een herstructurering van het woningaanbod. Gooien de provincies het roer niet om dan ontstaat nergens uitgezonderd vanaf 2010 een structurele overvloed aan goedkope en middeldure woningen.

De specialisten ramen bij ongewijzigd beleid het overschot in Drenthe, Noord-Holland en Zeeland op 35 procent van de totale woningvoorraad.
Door vergrijzing en verdere individualisering verandert de woonvraag komende tien jaar sterk van karakter. Limburg is dit jaar als eerste aan de beurt als provincie met een afname van de bevolking. De zuiderlingen zetten de trend voor een ontwikkeling die komende dertig jaar heel Nederland zal treffen. De krimp in Limburg vindt zijn oorzaak in de sterk vergrijzende bevolking. Het aantal personen per huishouden neemt af.
Ondanks de vermindering van het inwonertal staat Limburg voor de taak in de periode 2001 - 2010 ongeveer 40.000 woningen aan de voorraad toe te voegen. Vorig jaar werden slechts 3100 eenheden bijgebouwd en raakt dus achterop ten aanzien van de gewenste productie.
Uitgezonderd Limburg neemt tot 2020 in alle provincies de bevolking toe. De groei varieert van 5,6 procent (Zuid-Holland) tot 9,7 procent (Friesland) met als grote uitzondering Flevoland, dat 38,8 procent meer inwoners krijgt. Het aandeel van de 65-plussers schommelt over zestien jaar tussen de 29,6 procent (Groningen) en 45,3 procent (Noord-Brabant).
De Rabobank roept de provincies op meer dan ooit toe te zien op het aanjagen van de bouwproductie. De structurele krapte op de woningmarkt groeit over de hele linie. De prijzen van koopwoningen en de wachttijden in de huursector nemen daardoor onafgebroken toe. De economen wijzen op het gevaar van onevenwichtige prijsontwikkelingen in diverse segmenten, woonmilieus en regio’s.
“Het huidige aanbod kenmerkt zich vooral door grootschalige projecten met voornamelijk koopwoningen aan de rand van de stad”, signaleren de Rabo-economen. “Er is betrekkelijk weinig aanbod van goede huurwoningen en bewust weinig keuze in stedelijke centra en landelijke woonmilieus. Woningzoekenden kunnen hierdoor onvoldoende in hun behoefte voorzien”.

Het rapport Visie op de Provinciale Dynamiek constateert dat in provincies als Noord- en Zuid-Holland de vraag naar eengezinswoningen twee keer zo groot is als het aanbod. Voor de korte termijn lijkt het bijbouwen van dure woningen de beste reactie. Vanwege de vergrijzing en individualisering zwelt de vraag naar relatief kleine maar uitstekende woningen echter snel aan.
“Het is zaak de bouwproductie aan te jagen en een divers aanbod te creëren, gespreid over verschillende woonmilieus”, stellen de economen. “De toenemende zorgbehoefte en de stedelijke herstructurering verdient meer prioriteit te krijgen. Door het aanpakken van oudere sociale huurwoningen en de sanering van overbodige bedrijfsterreinen, ontstaat ruimte voor woningbouw op aantrekkelijke stedelijke locaties. Hogere inkomens kunnen zo blijvend aan de stad worden gebonden. De ouderen willen dicht bij de voorzieningen wonen of in kleinschalige woonzorgcomplexen waar zelfstandigheid, veiligheid en comfort hand in hand gaan”.
Build for Life