Algemeen

NL: Betere samenwerking onderwijs en bedrijfsleven

Om het onderwijs in de bouw aantrekkelijker te maken en meer leerlingen te interesseren voor bouwtechniek, moet helder onderwijs worden geboden. Een belangrijk hulpmiddel hiervoor is het leggen van een goede relatie naar de praktijk. Om de opleiding van leraren beter te laten aansluiten op de bouwpraktijk hebben Fontys Hogescholen, Bouwradius en leerbedrijven in de bouw afspraken gemaakt.
‘Voor de bedrijfstak bouw is het belangrijk om te beschikken over voldoende kwalitatief goed opgeleide werknemers’, zo legt Bouwradius uit. ‘Om goed beroepsonderwijs te bieden, is het belangrijk dat docenten de actuele beroepspraktijk kennen en dit binnen de school kunnen vertalen in aansprekend en realistisch onderwijs. In de bouw zijn de afgelopen tijd goede ervaringen opgedaan met het professionaliseren van docenten door middel van nascholing. In dit kader hebben inmiddels vierhonderd docenten deelgenomen aan diverse projecten deskundigheidsbevordering.’

Samenwerking
In navolging hiervan hebben de Fontys Hogescholen (de onderwijsinstelling van onder andere de opleiding van docenten), het landelijk opleidingsinstituut voor de bouw Bouwradius en een aantal bouwbedrijven, waaronder Plegt-Vos Bouwgroep b.v. uit Oldenzaal en Moes Bouwbedrijf b.v uit Almere nu landelijke en regionale afspraken gemaakt over samenwerking. Deze afspraken betreffen onder meer de afstemming van de lerarenopleiding beroepsonderwijs bouw op innovatieve ontwikkelingen in de bedrijfstak. Daarnaast wordt gestreefd naar een betere aansluiting van de mbo-opleidingen in de bouw op de opleiding van de Pedagogische Technische Hogeschool. De betrokken partijen hopen met hun samenwerking de opleiding van leraren meer te laten aansluiten op de ontwikkelingen in de bouwbranche. De docenten moeten er immers voor zorgen dat de bouw in de toekomst kan beschikken over goed opgeleide en gemotiveerde vakmensen.

Begeleiding
Aanleiding voor de afspraken is het onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB). Om meer duidelijkheid te krijgen over de vraag waarom leerlingen hun opleiding niet voltooien, hield het EIB een enquête onder 125 leerlingen die er voortijdig mee zijn gestopt. Daaruit blijkt dat een goede begeleiding van de leerlingen door samenwerkingsverbanden en individuele leerbedrijven de belangrijkste voorwaarde is voor een succesvolle afronding van de opleiding. Leerlingen die hun opleiding met succes voltooien, zijn tevreden over de begeleiding. 47 procent van de leerlingen die met de primaire opleiding zijn gestopt, vond de begeleiding echter onvoldoende tot zeer onvoldoende. En ook van de leerlingen die met de voortgezette opleiding stopten, was 38 procent niet tevreden.

Theorie
Tevens blijkt uit het onderzoek dat leerlingen die voortijdig stoppen, het theoriegedeelte veel moeilijker vinden dan leerlingen die uiteindelijk het diploma behalen. Dat geldt voor zowel de vakinhoudelijke theorie als de ondersteunende theoretische kennis. Veertien procent stopt daarom met hun bouwopleiding en zestien procent sopt omdat zij de theorie niet interessant vindt. ‘Het helder en aantrekkelijk behandelen van de theorie vormt dus een belangrijke taak van leraren in het beroepsonderwijs. Het leggen van een goede relatie naar de praktijk is hierbij een belangrijk hulpmiddel’, aldus Bouwradius.
Build for Life