“Ondernemers staan geboekt als harde werkers en dat is voor bouwondernemers niet anders. Ten slotte werken ze voor hun eigen zaak die ze met eigen middelen uit de grond stampten. Wie mensen tewerkstelt, voelt zich nog meer verantwoordelijk om de boel zo goed mogelijk te runnen. Ze willen ook hun klanten niet teleurstellen. Maar de slinger mag natuurlijk niet te hard doorslaan”, waarschuwt Waeytens. En dat risico bestaat, zo leert de enquête.
7 op 10 bouwondernemers ervaren een hoge werkdruk. Een kwart van de bevraagde bouwondernemers geeft zelfs aan dat de werk-privébalans niet snor zit. “Bouwondernemers zijn geen robots. Ook zij zijn vatbaar voor burn-outs of andere psychologische aandoeningen. Er is niets mis met hard werken, maar de boog kan en mag niet altijd gespannen staan. Je mentale welzijn is minstens even belangrijk. Regelmatig rustpauzes inlassen en tijdig hulp inschakelen, is de boodschap”, besluit Waeytens.
Bouwunie hoopt dat bouwondernemers, met het bouwverlof in zicht, dit advies ter harte nemen. Positief is wel dat steeds meer bouwondernemers openlijk durven uitkomen over het feit dat ze op de spreekwoordelijke muur zijn gebotst. Zo kunnen ze een steun zijn voor anderen. “De tijd dat ‘even niet meer kunnen’ taboe was, begint stilaan achter ons te liggen”.
Gelukkig zijn de meeste bouwondernemers volgens de resultaten al bezig met manieren om zich te ontspannen. 8 op 10 bouwondernemers zoeken ontspanning in sport, hobby’s, muziek, uitstapjes of het gezin. 4 op 10 bouwondernemers nemen een lange vakantie (één tot 3 weken) en gaan af en toe een weekendje weg. Eén op de 5 neemt een paar keer per jaar een korte vakantie. Toch neemt een kwart van de bouwondernemers weinig tot geen vakantie.
