Isolatie

Investeren in kunststof isolatieschuim levert veel op

Uit Duits onderzoek blijkt dat 1 euro investeren in isolatieproducten, 5 euro opbrengt door energiebesparing en door meer tewerkstelling. De kunststofindustrie roept de federale, regionale en lokale overheden op om prioriteit te geven aan energiebesparing in gebouwen via fiscale en andere maatregelen. Zij waarschuwt voor het verspillen van overheidsmiddelen door het meer subsidiëren van ’natuurlijke‘ of ’bio-ecologische‘ materialen die voor eenzelfde investering minder energiebesparing geven en waarvan het milieuvoordeel helemaal niet bewezen is. Energiepremies moeten worden gebruikt om meer te isoleren en niet om andere materialen te gebruiken.

Onlangs publiceerde het Duitse Jülich Research Centre de resultaten van een studie die het uitvoerde in opdracht van de KfW-bankengroep. KfW ontving van de Duitse federale overheid 1,4 miljard € in 2010 voor het ondersteunen van de energetische opwaardering van het Duitse woningpark. Dit geld liet toe promotionele leningen van 1% interest en premies tot 12,5% van de investering toe te kennen aan iedereen die het energetisch verbruik van een gebouw wenste te verbeteren.

Het uiteindelijk resultaat? Er werd voor 8,9 miljard € aan promotionele leningen uitgekeerd die voor 21,5 miljard € aan investeringen aantrokken. Samen met de premies zorgde dit voor 340 000 arbeidsplaatsen die er anders simpelweg niet (meer) waren.

Voor de Duitse overheid leverde dit een extra 5,4 miljard € aan inkomsten op, terwijl de publieke uitgaven - vooral op sociaal vlak (werkloosheid, sociale voordelen…) - daalden met 1,8 miljard €. De rekening is vlug gemaakt: voor 1,4 miljard € investering van de overheid was er een terugverdieneffect van 7,2 miljard €, hetzij een verhouding van 1 op 5. Of met andere woorden iedere euro die Duitsland investeert in energiebesparing in gebouwen, bracht de overheid 5 euro op.

Volgens Petri Ven, Sr adviseur Bouw en Normeringswerk bij Federplast.be, “bevestigt deze studie dat de milieuwinst van isolatieproducten veel groter is dan de milieukost ervan. Het heeft dus geen zin om overheidsgeld te verspillen door bouwheren via premies te verleiden tot het kiezen voor plantaardige of dierlijke isolatiematerialen in plaats van meer te isoleren. Je kunt met een eenvoudige berekening aantonen dat de bijkomende premies die het Brusselse Gewest geeft voor het gebruik van “natuurlijke isolatiematerialen” en “houten ramen” geen significante energiebesparing oplevert wanneer men de ganse levenscyclus in beschouwing neemt. Indien echter hetzelfde bedrag gebruikt zou worden om meer te isoleren, dan is in een doorsnee woning een bijkomende besparing mogelijk van 3099 kWh, wat een vermindering van 778 kg CO2 inhoudt. Voor een Brussels gezin zou hierdoor de jaarlijkse energiefactuur kunnen dalen met 248 euro”.

Een voordeel van kunststof isolatieproducten is ook dat zij in eigen land worden geproduceerd. Stéphane Dalimier, voorzitter van Federplast.be, vat het als volgt samen: “elke euro die de overheid investeert voor de promotie van ‘natuurlijke’ isolatiematerialen in plaats van meer te isoleren, laat vijf euro liggen aan energiebesparing en bijkomende tewerkstelling. Alle isolatiematerialen moeten eenzelfde subsidie krijgen. Het is de energiebesparing door meer te isoleren dat de overheid moet ondersteunen. De keuze van isolatiematerialen laat men beter over aan architecten en ingenieurs, niet aan politici”.