Groei aantal bedrijven neemt langzaam af

Uit cijfers van het EIB blijkt dat de groei van het aantal bouwbedrijven is afgenomen.

Het aantal bouwbedrijven nam in 2001 met 95 bedrijven toe. Daarmee is de groei van gemiddeld meer dan 400 in de jaren ervoor omgebogen. Dit blijkt uit cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid.

In 2001 waren er 16.971 bedrijven met personeel werkzaam in de bouw. In 2000 waren dat er nog 16.876.
Anders dan het Centraal Bureau voor de Statistiek, kijkt het EIB naar bedrijven die ingeschreven staan bij het SFB. In de praktijk betekent dit dat het EIB ook het steenhouwersbedrijf, het zand- en grindwinningsbedrijf, het kleidelfbedrijf en de kalk- en betonmortelcentrales meetelt.
Behalve het aantal bedrijven steeg ook het aantal verloonde manjaren in 2001 met 0,1 procent. Dat komt door toename van het UTA-personeel. Het bouwplaatspersoneel nam licht af.
De grootste groep bedrijven, bijna 73 procent, heeft minder dan 10 man in dienst. Zij verloonden 17,5 procent van de manjaren. Het aandeel 110+-bedrijven bedraagt nog geen 2 procent. Maar deze groep verloonde bijna eenderde van het aantal manjaren in de bouw.

Lagere grootteklasse
Opvallend in de cijfers is dat waar ieder bedrijf toch streeft naar groei, in de bouw het aantal bedrijven dat in een lagere grootteklasse terecht is gekomen, groter is dan de groeiende bedrijven. In totaal krompen 929 bedrijven tegen 890 groeiers. Van de krimpers belandden er 478 in de klasse minder dan 5 werknemers, 248 kwamen er in de klasse 6 tot 10 werknemers en 133 in de klasse 11 tot 20.
Ook bij de groeiers ligt de nadruk op de kleienere bedrijven. Zo zijn er 421 gestegen naar de klasse 6 tot 10 en 265 naar de klasse 11 tot 20.
23 bedrijven zijn toegetreden tot het elitegezelschap van 100+ bedrijven. Negen daarvan zitten nu in de klasse 200 tot 500 en één is zelfs boven de 500 medewerkers uitgekomen.

Zorg
Een punt van zorg voor bedrijven is dat bijna een kwart van het personeel tussen de 35 en 45 jaar oud is. Bijna een even groot aandeel hebben de 45 tot 55-jarigen. De allerkleinste bedrijven blijken gemiddeld genomen het jongste personeel te hebben.
Bedrijven met tussen de 50 en 100 man in dienst hebben gemiddeld het oudste personeel, zij het dat 100+-bedrijven het grootste aandeel 55 plussers hebben (12 procent).
Het aantal vrouwen in de bouw loopt langzaam op. In 2001 verloonden zij 11.757 vrouwjaren, 515 meer dan in 2000. Vrouwen zijn overigens voornamelijk administratief bezig. In die tak werden 10.626 vrouwjaren verloond. Op de bouwplaats blijven zij met 290 vrouwjaren echter zeldzaam. Dat is 19 minder dan in 2000. Het aantal vrouwelijke uitvoerders nam wel licht toe van 747 naar 841.