Wat is goed isoleren?
Het dakisolatiemateriaal moet eerst en vooral een hoge isolatiewaarde (lambdawaarde of λ-waarde) hebben. De U-waarde is hierbij ook belangrijk: dit heeft betrekking op de geïsoleerde dakconstructie. In een BEN-woning mag de U-waarde van het dak maximaal 0,24 W/m²K zijn. Hoe je dat bereikt, hangt af van het type dak dat je hebt: hellend of plat.Met isoleren alleen ben je er echter nog niet. Isolatie kan je vergelijken met een wollen trui. Die beschermt je tegen de kou. Maar als de wind de warme lucht eruit blaast, krijg je het koud. En als het regent, wordt je trui nat. Daarom draag je boven die trui een wind- en waterdichte jas. Zo is er ook in het dak een onderdak nodig: een laag tussen de isolatie en de dakbedekking die de constructie winddicht maakt en beschermt tegen vocht van buitenaf. Om te voorkomen dat er vocht van binnen in je woning in de isolatie dringt, moet er aan de binnenzijde een dampscherm tegen de isolatielaag komen.
Platte daken isoleren
Platte daken waren vroeger weinig populair omdat er geen goede materialen en technieken waren voor de afdichting. Dankzij technologische verbeteringen zijn platte daken nu aan een opmars bezig. Niet alleen zijn ze geliefd voor moderne architectuurstijlen. Je kan een plat dak ook uitvoeren als daktuin of dakterras. Zo krijg je een mooie groene plek, verhoog je de levensduur van je dak door de beperking van thermische schokken en bescherm je jouw woning extra tegen zomerse hitte.Er zijn drie soorten platte daken:
- koud plat dak
- warm plat dak
- omgekeerd plat dak
Bij een koud plat dak zit de isolatie onder de dakconstructie. Vanwege het risico op condensatie wordt dit daktype niet meer toegepast.
Bij een omgekeerd plat dak zit de isolatie bovenop de afdichting of waterdichte laag en wordt ze op haar plaats gehouden door een schutlaag (kiezels of keien). Dit wordt veel toegepast op daken die frequent belopen worden: dakterrassen, balkons, parkeerdaken, intensieve groendaken …
In België kiezen we meestal voor een warm plat dak. Bij dit type dak wordt bovenop de draagvloer, uit houten balken of welfsels, een dampscherm aangebracht - een folie die een hoge tot zeer hoge weerstand biedt tegen waterdamp. Op het dampscherm komt het isolatiemateriaal, en daarop een waterdichte laag uit bitumen, pvc, een vloeibare dakdichting of epdm. Als isolatiemateriaal worden harde platen gebruikt, zodat het dak beloopbaar blijft. Soms komt er boven de dakdichting nog een schutlaag. Die houdt alles op zijn plaats bij storm of hevige windstoten en beschermt de dakdichting tegen uv-stralen en andere beschadigingen.
Een warm plat dak heeft als belangrijk voordeel dat het samen met de woning opgewarmd wordt. Dat voorkomt onnodig uitzetten of krimpen. Andere voordelen zijn de doorlopende isolatielaag die koudebruggen uitsluit en de bescherming van de draagconstructie tegen thermische schokken.
Om aan de U-waarde van maximaal 0,24 W/m²K te voldoen, moet je een plat dak isoleren met minstens 12 cm polyurethaan met een lambdawaarde van 0,027 W/mK.
Speciaal voor platte daken waar de isolatiehoogte beperkt moet blijven, zoals terrassen die aansluiten op een toegangsdeur, bestaan er ultradunne vacuümisolatieplaten met isolatiewaardes tot 0,006 W/mK.
