Tuin

Een tuin vol Zadkines

Door de architectuur én de rust waan je je ergens in Nederland, bijvoorbeeld aan de rand van een lommerrijke gemeente als Hilversum of Bussum. Toch staat het kleine museum David en Alice van Buuren in het turbulente Brussel. Weliswaar in een buitenwijk maar één straat verder stopt de tram en raast het verkeer door de drukke Boulevard Churchill. Daarvan is niets te merken in Museum Van Buuren, evenmin in de zeer grote tuin waarin deze zomer een opmerkelijke beeldententoonstelling is ingericht. Deze Zadkine -expositie zorgt voor een ongekende toeloop in de Avenue Léo Errera (tot 19 oktober).

David van Buuren verliet zijn geboorteplaats Gouda op 23-jarige leeftijd en maakte als bankier fortuin in de Belgische hoofdstad. In 1928 liet hij in rode baksteen een 'Hollands' huis bouwen, dat zijn vrouw Alice in 1975 met alle kunstschatten en de schitterende tuin (eigenlijk een park) van bijna anderhalve hectare aan de stichting 'De Vrienden van het Museum David en Alice van Buren' naliet.

In de beste Brusselse traditie werden voor dit woonhuis kostbare houtsoorten gebruikt. Voor de lambriseringen, de deuren en voor het trappenhuis koos het echtpaar o.a. Braziliaans palissander, ebbenhout uit Macassar en sycomoor uit Jeruzalem. Net als de rest van het interieur is dit houtwerk perfect bewaard gebleven. De veelzijdige Nederlander Jaap Gidding die voor de Tweede Wereldoorlog ons land op verschillende wereldtentoonstellingen vertegenwoordigde met bijzondere textielontwerpen, leverde voor de Brusselse villa glas-in-lood, tapijten en gordijnen in Art-Deco stijl. De meeste meubelen kochten de Van Buurens in Parijs, bij de toonaangevende Studio Dominique die zij in 1925 'ontdekten' op de 'Exposition internationale des Arts décoratifs et industriels modernes'. Later, in de jaren dertig en inmiddels wereldberoemd, werkte Studio Dominique mee aan de inrichting van het beroemde passagiersschip 'Le Normandie'.

Lichtknopjes

Zelfs aan het kleinste detail schonken de vermogende bewoners aandacht, zoals aan de lichtknopjes, de radiatorbekleding en aan de wandlampjes in de stijl van de zogenaamde Amsterdamse School. En niet te vergeten aan het zilverwerk van Wolfers met het monogram Van Buuren. Schilderijen van tijdgenoten als Kees van Dongen, James Ensor, Max Ernst en Gust De Smet maar ook een beroemde Bruegel, namelijk 'De val van Icarus' en een Van Gogh-tekening, sieren de muren. Op 'strategische' plaatsen in het interieur treffen we beelden aan. In het trappenhuis staat 'De geknielde' van George Minne, verder zien we in één van de salons 'Lachend meisje' van Rik Wouters. In het atelier van David van Buuren, die zondagsschilder was, staan borstbeelden van het echtpaar. Het zijn twee afzonderlijke bustes, gemaakt door Joël Martel.De 'gastexposant', Ossip Zadkine (1890-1967), van wie in de royale museumtuin een belangrijk ensemble grote bronzen beelden staat opgesteld, vond een originelere oplossing toen hem ooit gevraagd werd twee portretbustes te maken. Tijdens een bezoek aan Parijs, eind jaren twintig, kocht het Brabantse echtpaar Wiegersma een beeld in plaats van de vleugel waarvoor het eigenlijk de tocht naar de Franse hoofdstad ondernam. De vriendschap met hun favoriete kunstenaar Zadkine leidde in 1930 tot een portretopdracht. Het werden niet twee bustes maar een dubbelportret uit één stuk van Henk en Nel Wiegersma. Het is één van de bruiklenen op de zomerexpositie in Museum van Buuren die werd samengesteld door Tjerk Wiegersma, een kleinzoon van Zadkines Nederlandse vrienden. De meeste bruiklenen in Brussel zijn afkomstig uit het Parijse Musée Zadkine. Eén daarvan is Zadkines 'Verwoeste stad', een iets kleinere versie van het beroemde vrijheidsbeeld aan de Rotterdamse Leuvehaven. Het kreeg net als diens 'Phoenix', 'Dichteres' en 'Orpheus' een eigen stuk van de tuin. Deze bestaat uit drie delen: de geometrische rozentuin en de 'pittoreske' tuin met een groot gazon en veel exotische bomen, een ontwerp uit 1924 van Jules Buyssens, een 'labyrinth' uit 1968 van René Pechère, dat verwijst naar het Hooglied van koning Salomon, en tenslotte een romantische 'Tuin van het hart', een creatie van dezelfde tuinarchitect uit 1969. Alice van Buuren liet dit grote hart samengesteld uit 12 kleine hartjes 'voor de toekomst' aanleggen ter nagedachtenis aan haar man, die 15 jaar eerder was overleden.

Bijzonder is dat het eerste gedeelte van de Van Buuren-tuin al klaar was, voordat hun huis gebouwd werd: een sobere Amsterdamse School-villa, voltooid in 1928, die zich nauwelijks onderscheidt van de Hollandse villa's uit die tijd. En niets verraadt dat in deze 'alledaagse' villa een schitterend interieur en een prachtige kunstverzameling schuilgaat. Evenmin dat hier kunstenaars als Dufy, Magritte, de jonge Christian Dior, Golda Meir en koningin Elisabeth van België werden ontvangen. Hoewel, de uitzonderlijke tuin verraadt dat de vroegere bewoners, David en Alice van Buuren, géén doorsnee-mensen waren. Adres: Avenue Léo Errera 41, Brussel. Geopend: dagelijks 14 tot 17.30 uur.