Voorzitter I. Walter van Deutsche Bauindustrie is verbaasd dat de branche die hij vertegenwoordigt zo veel slechter presteert dan de aannemers in een land als Nederland.
“Vroeger was de Duitse bouw groeimotor van de Europese binnenmarkt. Tegenwoordig is Duitsland rode lantaarndrager in de Europese groeioptocht”, aldus Walter. Terwijl de investeringen in de bouw in de landen van de Europese Unie in de periode 1994-2002 gemiddeld 10 procent stegen, zakte de Duitse bouwconjunctuur met 18 procent in. Lichtend voorbeeld is Groot-Brittannië met een groei van 19 procent.
“De economieën in onze buurlanden hebben met dezelfde aanpassingsproblemen te kampen als in Duitsland. Ook elders moet men zich te weer stellen tegen de globalisering en de concurrentie van goedkope ondernemingen”, houdt Walter voor.
De voorzitter van Bauindustrie vindt dat de Duitse overheid flink dient te schoffelen in de bureaucratie. Aangepakt moeten worden het klaagrecht van de natuurbeschermers, de verschillen in bouwrecht tussen de diverse deelstaten en de procedures voor realisering van infrastructurele voorzieningen. Volgens de aannemers is het voor de rijksoverheid de hoogste tijd om met een masterplan op de proppen te komen. “We kunnen het ons niet langer permitteren dat belangrijke projecten zoals de nieuwe hoge brug over rivier de Moezel en de Strelasundverbinding worden geschrapt of uitgesteld”, stelt Walter.
Prijzenslag
Om de weergaloze prijzenslag de kop in te drukken bepleit Bauindustrie haast te maken met de invoering van kwalificeringssystemen. Walter: “In tegenstelling tot Duitsland hebben landen als Frankrijk, Nederland en België hun bouwmarkten op orde kunnen brengen via kwalificeringssystemen. De bouwbedrijven worden in deze landen al voor ze de markt opkomen in hart en nieren gecontroleerd. Dat betekent: de firma’s worden bekeken op hun vakmanschap, economische prestaties en betrouwbaarheid.”
Bouwmagnaat Walter – achter de schermen initiator van de grootste aannemer in Duitsland Walter Bau – kijkt met een jaloers oog naar de publiek-private samenwerkingsvormen zoals die in Groot-Brittannië, maar ook Nederland en Portugal van de grond komen. “Helaas hebben onze politici nog niet voldoende in de gaten dat ze te maken hebben met een internationale concurrentie om de beste economische en financiële bouwpolitiek.”
