Toch roept deze verandering veel vragen op. Voor particulieren is het niet altijd duidelijk hoe ze de regels moeten toepassen zonder in te boeten op uitstraling of gebruiksgemak van hun tuin. Volgens tuinarchitect Sam Bogaert worden grotere regenwaterputten, bovengrondse overlopen en wadi's stilaan de standaard. Niet iedereen is meteen overtuigd, maar wie de stap zet, maakt van zijn tuin een volwaardige klimaatbuffer.

Wadi wint terrein, maar nog onbegrepen
Een wadi is een verlaging in de tuin waar regenwater tijdelijk wordt opgevangen en langzaam in de bodem sijpelt. Sam Bogaert van Tuinwerken Willemsens: "In de praktijk is dat een kuil van zo'n 30 tot 50 cm diep in het gazon of de border. Het is de bedoeling dat het water snel infiltreert en niet blijft staan. Met de juiste beplanting – zoals irissen of watermunt – kan het perfect in het tuinontwerp passen. En je wint op alle vlakken: een wadi vermindert wateroverlast, houdt de grondwatertafel stabiel en verhoogt de biodiversiteit. Je haalt er bijen, vlinders en zelfs salamanders mee naar je tuin."Toch schrikt het idee nog af. "Een wadi is geen vijver, moeras of modderpoel. Veel mensen vrezen ook risico's voor kinderen, maar dat is echt niet nodig. Als een wadi goed ontworpen is, staat die zelden onder water en wordt die zelfs een speelelement in droge periodes. Een tuinaannemer kan je op weg helpen."

Verharde oprit? Enkel nog met infiltratie
Ook verhardingen ontsnappen niet aan de verordening. Klinkers of tegels zonder open voegen mogen niet langer zomaar. Enkel waterdoorlatende materialen of poreuze structuren zijn nog toegelaten voor nieuwe verharding. "Dat heeft ook voordelen. De bodem eronder blijft vochtig, je krijgt een levend bodemleven en regenwater verdwijnt niet meteen in de riolering. Maar het vraagt wel doordachte keuzes bij de aanleg. Je moet nadenken over waterstromen, buffercapaciteit én beplanting die zowel natte als droge periodes aankan."Vroeger mocht de overloop van een regenwaterput rechtstreeks naar de riolering of een ondergrondse infiltratieput. Dat mag nu niet meer. "Vandaag moet de overloop bovengronds gebeuren, vaak in een wadi", legt Bogaert uit.
Tuinaannemer als klimaatadviseur
Wat het extra complex maakt, is dat bovenop de Vlaamse regels, ook steden en gemeentes vaak bijkomende voorwaarden opleggen. In steden zoals Leuven liggen de normen nog een stuk hoger. "Elke verkaveling heeft andere voorschriften. Dat zorgt voor veel onduidelijkheid bij particulieren", aldus Bogaert. "Soms moeten we per perceel bij de stad opvragen wat precies mag en niet. Vergunningen aanvragen neemt tijd in beslag en kan impact hebben op de planning."De strengere regelgeving zorgt voor een verschuiving in het werk van tuinaannemers. Zij worden steeds meer klimaatadviseurs en planners, in plaats van enkel uitvoerders. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen klant en tuinaannemer. De klant moet duidelijk alle plannen communiceren en expliciet vragen aan de tuinaannemer om te adviseren bij vergunningen. De tuinaannemer weet welke oplossingen technisch én wettelijk haalbaar zijn, zorgt voor een plan dat aansluit bij de wensen van de klant én voldoet aan alle regels. Zo maak je van je tuin een volwaardige klimaatbuffer zonder onaangename verrassingen.
Jonge generatie kiest anders
Toch ziet Bogaert ook een positieve evolutie: vooral de jongere generatie kiest steeds vaker voor minder verharding, meer groen en slimme wateroplossingen. "Ze beseffen dat de tuin niet alleen mooi moet zijn, maar ook een bijdrage moet leveren tegen droogte en wateroverlast. Een strak gazon met veel beton maakt stilaan plaats voor levendige tuinen in de strijd tegen klimaatverandering. En daar kan een tuinaannemer écht het verschil helpen maken. Zo win je op alle fronten: meer comfort, meer natuur en een betere waterhuishouding."