Architectuur

Cradle to cradle wordt belangrijker voor architecten

Van de architecten is 77% van mening dat citymarketing en de inrichting van openbare ruimte steeds meer aandacht krijgen van opdrachtgevers en adviseurs/voorschrijvers in Nederland. Onder gemeenten is dit aandeel nog hoger; namelijk 86%. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy in opdracht van VelopA, één van de toonaangevende Nederlandse spelers in de markt voor straatmeubilair en speeltoestellen.

Steeds meer Nederlandse steden bezigen citymarketing

Citymarketing en de inrichting van openbare ruimte krijgen steeds meer aandacht in Nederland vindt 77% van de architecten en 86% van de gemeentefunctionarissen. Onder aannemers (B&U en GWW) is 82% deze mening toegedaan. Steeds meer Nederlandse steden doen aan citymarketing in de hoop toeristen en bedrijven te trekken. Den Haag bijvoorbeeld, heeft in 2007 8 miljoen euro gespendeerd om zich te positioneren als ‘Internationale stad, stad van recht, vrede en veiligheid’. De gemeente Amsterdam heeft samen met het plaatselijke bedrijfsleven in het zelfde jaar 2 miljoen euro uitgetrokken om zich te presenteren als een creatieve zakenstad. Het motto daarbij is ‘I Amsterdam’. Bij veel van deze plannen is er ook aandacht besteed aan de inrichting van de openbare ruimte. Een goed design van straatmeubilair (banken, afvalbakken, fietsparkeren, etc.) kan namelijk het verschil maken tussen een positieve of negatieve ervaring van de kwaliteit van de openbare ruimte en vormt, indien positief, een visitekaartje van de stad.

Stelling: ‘De inrichting van de openbare ruimte ('citymarketing') krijgt steeds meer aandacht’.

©2008 USP MARKETING CONSULTANCY BV

Ook ecologische duurzaamheid en "cradle to cradle" staan in de picture

Daarnaast ziet 73% van de architecten en 70% van de overheidsfunctionarissen een toename in de aandacht voor ecologische duurzaamheid met betrekking tot straatmeubilair en speeltoestellen. Ook cradle to cradle mag zich op een toenemende aandacht verheugen volgens 59% van de architecten en 57% van de overheden. Het onderzoek is ook in België uitgevoerd, waar in grote lijnen dezelfde resultaten naar voren kwamen. Het enige opvallende verschil is dat ‘cradle to cradle’ in België minder bekendheid geniet als in Nederland. Zo is vier op de tien Belgische architecten hier niet bekend mee.

In de productie van, onder andere, straatmeubilair beperkt de invulling van duurzaamheid zich nu nog tot een spaarzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en een minimalisering van het geproduceerde afval om zo de toegebrachte schade aan het milieu zo laag mogelijk te houden. Het ‘cradle to cradle’-concept gaat een stap verder. Volgens de grondleggers Michael Braungart en William McDonough hoeft afval geen probleem te zijn zolang een product gemakkelijk kan worden gedemonteerd aan het einde van zijn levenscyclus en de materialen volledig kunnen worden hergebruikt, hetzij door de natuur (als biologisch afbreekbare materialen) hetzij in andere producten.

Ook interessant